Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AQ5905

Datum uitspraak2004-03-24
Datum gepubliceerd2004-12-01
RechtsgebiedFaillissement
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Roermond
Zaaknummers02/261 R
Statusgepubliceerd


Indicatie

Saniet heeft zich verder tot heden aan de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen gehouden. Hij heeft zijn leven verbeterd en is van zijn verslaving af. Hij heeft beschermingsbewind waardoor zijn inkomsten en uitgaven in balans zullen blijven, hetgeen een belangrijk element is om de schuldsaneringsregeling te kunnen beëindigen met een zogenaamde schone lei.


Uitspraak

Beëindiging schuldsanering Insolventienummer: 02/261 R Nummer verklaring: VRA0210200413 Uitspraakdatum: 24 maart 2004 RECHTBANK ROERMOND Bij vonnis van deze rechtbank van 11 december 2002 is de definitieve schuldsanering uitgesproken ten aanzien van: [saniet] geboren op [geboortedatum] te Curacao, wonende: [adres]. De rechtbank heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de op 18 december 2003 en 9 februari 2004 gehouden (voortgezette) verificatievergadering en akkoordbehandeling. De rechter-commissaris heeft ter zitting van 18 maart 2004 (schriftelijk) verslag uitgebracht. De bewindvoerder en de saniet, bijgestaan door mr. P.C.M. ten Brummelhuis, zijn ter zitting van 18 maart 2004 verschenen. Namens de schuldeisers [schuldeiser] en [schuldeiser]. is mr. S.L.G.M. Roebroek verschenen. Namens [schuldeiser] is eveneens de heer D.A.J. Doverman verschenen. Saniet heeft in november 1997 een ongeval gehad waardoor hij arbeidsongeschikt is geraakt. Tijdens de schuldsanerings-regeling is in het kader van de schadeafwikkeling een restbedrag van ongeveer € 145.000,00 uitgekeerd. Er was reeds vóór de toepassing van de schuldsaneringsregeling, in de periode van mei 1998 tot juni 2001, een bedrag van € 115.713,95 uitgekeerd. Hiervan had € 63.529,23 betrekking op smartengeld en het overige betrof een eerste vergoeding voor materiële schade. Daarnaast is saniet een tweede lening op 25 augustus 2000 aangegaan bij de ABN-Amro. Dit betrof een bedrag van f. 125.000,00 / € 56.722,53. Die lening is verstrekt naar aanleiding van de door mr. Ten Brummelhuis in een aan die bank gerichte brief van 2 augustus 2000 (als bijlage 3 gevoegd bij het proces-verbaal van verificatievergadering), waarin de verwachting wordt uitgesproken dat de schade voor wat betreft het verlies aan arbeidsvermogen "zeker zal gaan om een bedrag van f. 100.000,00" / € 45.378,02. In de akte van lening worden op niet rechtsgeldige wijze (zonder registratie) verpand de "uit te keren premies inzake verlies arbeidsvermogen o.a. vernoemd in de brief van Van der Putt advocaten van 2 augustus 2000, in totaal minimaal groot f. 125.000,00". Deze akte is zowel door saniet als door zijn toenmalige echtgenote D.M.C. van Gils ondertekend. De restvordering van ABN-Amro is geverifieerd voor € 38.588,15. Tijdens de schuldsanering is in het kader van schadeafwikkeling het restbedrag betaald van € 145.000,00. Dit uitgekeerde restbedrag van € 145.000,00 staat op een rekening bij de beschermingsbewindvoerder, de heer Vergeldt. De schuldenlast van saniet bedraagt in totaal € 101.141,11. Saniet zou derhalve al zijn schuldeisers integraal kunnen voldoen. Van de restuitkering is blijkens de stukken € 100.000,00 gereserveerd voor toekomstige inkomensschade over een periode van 20 jaar. Voor het treffen van voorzieningen in de toekomst in verband met hulpbehoevendheid is € 45.000,00 gereserveerd. Saniet heeft ter zitting van 18 maart 2004 verklaard dat hij niet weet wat er allemaal met het geld is gebeurd. Hij was verslaafd aan drugs. Het geld is onder meer opgegaan aan een vakantie in Curacao. Hij is daar uiteindelijk 6 maanden bij familie geweest. Hij stelt geen weet te hebben van een lening bij de ABN, alhoewel hij deze wel samen met zijn ex-echtgenote heeft ondertekend. Hij heeft later vernomen dat het geld bestemd was voor onroerend goed in Curacao. Hij beweert echter dat er geen huizen op zijn naam staan in Curacao. Volgens de raadsman van saniet is het bedrag dat nu als schadevergoeding is uitgekeerd gereserveerd voor de toekomst en is dat tot zekerheid gesteld ten behoeve van de ABN-lening. De banken hebben lichtvaardig gefinancierd. De banken kunnen ook een deel van de schuld op de ex-vrouw van saniet verhalen. Daarbij vindt de raadsman een terugbetaling van 70% van de vordering aan de schuldeisers aan de hoge kant, nu de schade uitkering bedoeld is om saniet tegemoet te komen in zijn verlies aan inkomsten en hulpbehoevendheid in de toekomst. De bewindvoerder heeft verklaard dat saniet tot heden niet tekort is geschoten in de naleving van zijn verplichtingen voortvloeiende uit de schuldsaneringsregeling. De bewindvoerder heeft aangegeven de voordracht van de rechter-commissaris van 27 februari 2004 te ondersteunen. Zij heeft verklaard dat saniet niet in aanmerking zal komen voor vergoeding van extra kosten in verband met hulpbehoevendheid door de gemeente nu hiervoor in het kader van schadeafwikkeling een uitkering is toegekend. Saniet heeft in het begin van de schuldsanering gewoond in een Sociaal Pension op een kamer. De voorzieningen aldaar waren zeer slecht. Saniet heeft toen, met toestemming van de bewindvoerder, bij derden een klein bedrag geleend om te kunnen verhuizen naar een normale huisvesting. Daarnaast heeft zij niet de indruk dat saniet iets heeft verzwegen. De verschenen schuldeisers zijn van oordeel dat saniet 100% van hun vordering dient te voldoen. De leningen zijn aan saniet verstrekt met dien verstande dat de schade uitkering als zekerheid zou dienen. Saniet is contractueel verplicht tot terugbetaling. Zij stellen dat saniet lichtzinnig met geld is omgegaan en dat hij mogelijk onroerend goed bezit in Curacao. Dit is echter niet nader onderzocht nu men in Curacao niet het kadastrale stelsel kent zoals dat in Nederland geldt. Saniet probeert de schuld in de schoenen van zijn ex-vrouw te schuiven. Zijn ex-vrouw zit eveneens in de schuldsanerings-regeling, welke is uitgesproken door de rechtbank te 's-Hertogenbosch. Zijn ex-vrouw beschuldigt saniet er van dat er grote bedragen zijn verdwenen en dat de schulden te wijten zijn door drugsgebruik en drank. De leningen zijn verkregen in het licht van de schade uitkering. Saniet en diens advocaat hebben niet kunnen aantonen dat niet 100% voor de schuldeisers beschikbaar kan komen op grond van verlies van arbeidsvermogen en eventueel te treffen voorzieningen. Saniet is in staat de vorderingen volledig te voldoen. De verschenen schuldeisers hebben samen vorderingen van circa 90% van de totale vorderingen. Zij hebben het eerder aangeboden liquidatie-akkoord van 30% afgewezen. De rechtbank constateert dat saniet vóór de op 11 december 2002 uitgesproken schuldsanering, in de periode tot najaar 2001, boven zijn stand heeft geleefd. Saniet is niet verantwoord omgegaan met de schade uitkering en heeft eveneens, wellicht door zijn verslavingsproblematiek, lichtzinnig gehandeld. Een voorbeeld hiervan is het tekenen van de kredietovereenkomst van 25 augustus 2000 in Curacao. De in die overeenkomst opgenomen verpanding is echter niet rechtsgeldig. In het najaar van 2001 is saniet onder bewind gekomen bij bewindvoerderskantoor Van Helden. Vanaf dat moment heeft saniet van een minimale uitkering geleefd. Saniet heeft toen zijn levensstijl verbeterd. Dat saniet eventueel onroerend goed in Curacao bezit wordt door hem betwist en hier is ook geen enkel aanknopingspunt voor gevonden. Saniet is arbeidsongeschikt en zal derhalve niet meer inkomsten kunnen genereren ten behoeve van de boedel. Voortzetting van de schuldsaneringsregeling heeft derhalve geen meerwaarde voor de schuldeisers. De termijn van de schuldsaneringsregeling kan derhalve worden verkort. Saniet heeft zich verder tot heden aan de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen gehouden. Hij heeft zijn leven verbeterd en is van zijn verslaving af. Hij heeft beschermingsbewind waardoor zijn inkomsten en uitgaven in balans zullen blijven, hetgeen een belangrijk element is om de schuldsaneringsregeling te kunnen beëindigen met een zogenaamde schone lei. De rechtbank is echter wel van oordeel dat een redelijke afweging van de belangen van de schuldeisers enerzijds en die van saniet anderzijds met zich brengt dat saniet aan zijn schuldeisers 70 % van hun vordering dient te voldoen. Er zal derhalve een bedrag van € 70.798,78 moeten worden gereserveerd voor de schuldeisers. Naast dit bedrag dient een bedrag te worden gereserveerd voor het bewindvoerdersalaris en de publicatiekosten. Dit percentage is dusdanig dat de schuldeisers niet onredelijk worden benadeeld. Saniet kan derhalve ongeveer 50% van het beschikbaar schadebedrag behouden, hetgeen jegens hem redelijk is. De rechtbank is van oordeel dat, mede gezien het onverantwoord handelen van saniet in het verleden waardoor het merendeel van de schulden zijn ontstaan, van saniet mag worden verwacht dat 50% van de schade uitkering wordt aangewend ter voldoening van de schuldeisers. Nu er geen saneringsplan is vastgesteld dient de rechtbank de termijn, gedurende welke de schuldsaneringsregeling van kracht is, vast te stellen. De rechtbank zal voornoemde termijn vast stellen op een termijn van EEN jaar en DRIE Maanden, te rekenen vanaf de dag van toepassing van de schuldsanerings-regeling, derhalve tot 11 maart 2004. De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen. De kosten van de in de schuldsaneringsregeling bevolen publicaties kunnen uit de boedel worden voldaan. BESLISSING De rechtbank: - stelt de termijn, gedurende welke de toepassing van de schuldsanering van kracht is, vast op EEN jaar en DRIE maanden te rekenen vanaf de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, derhalve tot 11 maart 2004; - stelt vast dat de schuldenaar niet in de nakoming van één of meer uit de schuldsanering voortvloeiende verplichtin-gen is tekortgeschoten; - bepaalt dat van het ontvangen schadebedrag aan de schuldeisers een bedrag ter hoogte van 70% van hun vordering beschikbaar wordt gesteld; - verstaat dat de termijn van de schuldsaneringsregeling eindigt op 11 maart 2004; - de schuldsaneringsregeling zal van rechtswege eindigen op de dag waarop de slotuitdelingslijst verbindend wordt; - stelt het bedrag van het salaris van de bewindvoerder vast op € 952,00(exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting), met dien verstande dat de reeds ontvangen voorschotten van € 425,00 exclusief b.t.w. op het salaris in dit bedrag zijn opgenomen, stelt het bedrag van de reiskosten vast op € 63,72 en stelt het bedrag van de verschotten vast op € 80,00; - bepaalt dat de kosten van de in de Faillissementswet bevolen publicaties ten laste van de boedel komen. Dit vonnis is gewezen door mr. R.H. Smits en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 maart 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.