
Jurisprudentie
AQ5894
Datum uitspraak2004-07-22
Datum gepubliceerd2004-08-02
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1347-03 NOT
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer
Datum gepubliceerd2004-08-02
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1347-03 NOT
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer
Indicatie
Het hof is met de kamer van oordeel dat uit niets is gebleken dat er sprake is geweest van het uitwisselen van gegevens door de kandidaat-notaris aan de afdeling Advocatuur van zijn kantoor, dan wel dat hij die afdeling de gelegenheid zou hebben geboden om kennis te nemen van die gegevens.
Uitspraak
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Beslissing van 22 juli 2004 in de zaak onder rekestnummer 1347/2003 NOT van:
[Z] BV,
gevestigd te [plaats],
APPELLANTE,
gemachtigde: P.A. Langman,
t e g e n
[geïntimeerde],
kandidaat-notaris te [plaats],
GEÏNTIMEERDE.
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Namens appellante, verder te noemen klaagster, is bij een op 19 december 2003 ter griffie ingekomen verzoekschrift tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden, verder te noemen de kamer, van 28 november 2003, waarbij de klacht van klaagster ongegrond is verklaard. Op 30 juni 2004 is namens appellante een aanvullend verzoekschrift in hoger beroep ingediend.
1.2. Op 5 maart 2004 is van de zijde van geïntimeerde, verder te noemen de kandidaat-notaris een verweerschrift ter griffie van het hof ingekomen.
1.3. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 10 juni 2004. De gemachtigde van klaagster en de kandidaat-notaris zijn verschenen. Beiden hebben het woord gevoerd.
2. De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie alsmede van de hiervoor genoemde stukken.
3. De feiten
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer hieromtrent in haar beslissing van 28 november 2003 heeft vastgesteld. Tegen de vaststelling van de feiten hebben partijen geen bezwaar gemaakt zodat ook het hof daarvan uitgaat.
4. Het standpunt van klaagster
4.1. Verkort en zakelijk weergegeven verwijt klaagster de kandidaat-notaris dat hij de afdeling Advocatuur van het kantoor [B], waar hij als kandidaat-notaris aan de afdeling Notariaat verbonden is, op de hoogte heeft gesteld van een aan klaagster te verrichtten courtagebetaling, dan wel dat de kandidaat-notaris de afdeling Advocatuur de kans zou hebben geboden kennis te nemen van de ophanden zijnde betaling. Klaagster is van mening dat een samenwerkingsverband tussen advocaten en notarissen risico's met zich meebrengt, waardoor de kans aanwezig is dat er informatie-uitwisseling plaatsvindt tussen de verschillende afdelingen.
4.2. Tevens verwijt klaagster de kandidaat-notaris dat haar niet is kenbaar gemaakt dat de datum en het tijdstip van het passeren van de akte van transport zijn gewijzigd, waardoor de gemachtigde van klaagster niet bij het passeren van de door hem bemiddelde woning aanwezig kon zijn.
5. Het standpunt van de kandidaat-notaris
5.1. De kandidaat-notaris betwist ten stelligste de stelling van klaagster dat hij
contact zou hebben gehad met de afdeling Advocatuur van zijn kantoor, dan wel dat hij de advocaat, die derdenbeslag heeft doen leggen, heeft geïnformeerd over de te verrichtten betaling. De kandidaat-notaris benadrukt dat de afdelingen Advocatuur en Notariaat twee gescheiden maatschappen zijn. Bovendien bepaalt de koper welke notaris de akte zal passeren.
5.2. Ten aanzien van de wijzing in de datum en het tijdstip van het passeren van de akte merkt de kandidaat-notaris op dat hij klaagster schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van die wijziging.
6. De beoordeling
6.1. Het hof is met de kamer van oordeel dat uit niets is gebleken dat er sprake is geweest van het uitwisselen van gegevens door de kandidaat-notaris aan de afdeling Advocatuur van zijn kantoor, dan wel dat hij die afdeling de gelegenheid zou hebben geboden om kennis te nemen van die gegevens.
Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de kandidaat-notaris ter zitting heeft verklaard dat het kantoorbeleid is dat er door de advocaten van het kantoor geen zaken tegen cliënten van het kantoor in behandeling worden genomen. In casu had de advocaat de beslagzaak tegen klaagster niet in behandeling mogen nemen. Het hof is dan ook van oordeel dat dit klachtonderdeel ongegrond is.
6.2. Het hof is voorts van oordeel dat de klacht met betrekking tot de gewijzigde datum en het gewijzigde tijdstip van het passeren van de akte evenmin doel treft. De partijen bij de verkoop waren op de hoogte van de wijziging en hebben het kennelijk niet noodzakelijk gevonden de gemachtigde van klaagster zelf op de hoogte te stellen van de wijzigingen. Bovendien is onweersproken gesteld dat de kandidaat-notaris klaagster bij brief van 12 mei 2003 van de wijziging op de hoogte heeft gesteld. Het hof acht dit klachtdeel ongegrond.
6.3. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als thans niet ter zake dienend buiten beschouwing blijven.
6.4. Het vorenoverwogene leidt tot de volgende beslissing.
7. De beslissing
Het hof:
- verwerpt het beroep.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Schipper, Stille en Van Os en in het openbaar uitgesproken op donderdag 22 juli 2004.
UITSPRAAK VAN DE KAMER VAN TOEZICHT OVER NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE LEEUWARDEN
Reg.nr.: KvT.nr. 10/2003
UITSPRAAK
van de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden, hierna te noemen de Kamer, in de zaak van:
[Z] BV, gevestigd te [plaats],
gemachtigde: P.A. Langman,
hierna te noemen: klaagster,
tegen
[P],
kandidaat-notaris bij [B] Advocaten & notarissen te [plaats],
hierna te noemen: de kandidaat-notaris.
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij brief van 26 mei 2003 is door klaagster een klacht ingediend tegen de kandidaat- notaris. De kandidaat-notaris heeft schriftelijk verweer gevoerd bij brief van 27 juni 2003. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 16 september 2003 ter openbare vergadering van de voltallige Kamer. Namens klaagster is bovengenoemde gemachtigde verschenen. De kandidaat-notaris is eveneens verschenen.
2. DE FEITEN
Op donderdag 15 mei 2003 is om circa 16.00 uur door de afdeling Notariaat van het kantoor [B] Advocaten & notarissen een courtagebetaling gedaan aan klaagster in verband met het passeren van een transportakte. De kandidaat-notaris is betrokken geweest bij de dossierbehandeling, maar is niet opgetreden als transporterend notaris. Om 16.19 uur op eerdergenoemde dag is in verband met een loonvorderingsprocedure door de afdeling Advocatuur van [B] Advocaten & notarissen beslag gelegd op de bankrekening waarop de courtagebetaling heeft plaatsgevonden.
3. DE KLACHT
Door klaagster wordt de kandidaat-notaris verweten dat hij de afdeling Advocatuur van [B] Advocaten & notarissen op de hoogte heeft gesteld van een aan klaagster te verrichten betaling, dan wel de gelegenheid heeft geboden op de hoogte te komen van deze betaling. Klaagster is van mening dat een samenwerkingsverband tussen advocaten en notarissen risico's met zich meebrengt, waarvoor ook verantwoordelijkheid genomen moet worden. Er dient zorggedragen te worden voor waterdichte schotten tussen de beide afdelingen, teneinde te voorkomen dat informatie tussen de afdelingen gelekt kan worden. In de verklaring die in dit kader door mr. [G], advocaat bij de afdeling Advocatuur, is afgelegd staan diverse onjuistheden. Voorts acht klaagster het verwijtbaar dat niet aan haar bekend is gemaakt dat de datum en het tijdstip van het passeren van de akte zijn gewijzigd, aangezien het gebruikelijk is dat de makelaar bij het passeren van een door hem bemiddelde woning aanwezig is.
4. HET STANDPUNT VAN DE KANDIDAAT-NOTARIS
De kandidaat-notaris stelt zich op het standpunt dat er ter zake van de onderhavige problematiek geen enkel contact is geweest tussen de twee afdelingen van het kantoor [B] Advocaten & notarissen. Het kantoor is een samenwerkingsverband van een maatschap Notariaat en een besloten vennootschap van Advocaten, met elk hun eigen zaken en behandelwijzen. De beide afdelingen zitten in afzonderlijke gedeelten van het pand, hebben een geheel los van elkaar staande werkmethodiek, volledig gescheiden boekhoudingen en een eigen personeelsbestand. In de praktijk is het zelfs zo, dat er weinig tot geen contacten zijn tussen de kandidaat-notaris en de afdeling Advocatuur. Het heeft de schijn tegen dat kort na een uitboeking van de afdeling Notariaat, de afdeling Advocatuur beslag legt op diezelfde rekening, doch dit is puur toeval. De kandidaat-notaris wijst er in dit verband op dat niet alleen op die rekening beslag is gelegd, maar op meer bankrekeningen van dat kantoor. Voor wat betreft de wijziging van transportdatum merkt de kandidaat-notaris op dat hierover tussen partijen geen onduidelijkheid heeft bestaan. Daarnaast heeft de kandidaat-notaris klaagster schriftelijk op de hoogte gesteld van de wijziging.
5. DE BEOORDELING DOOR DE KAMER
5.1 De Kamer is van oordeel dat het op grond van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht niet aannemelijk is geworden dat de kandidaat-notaris informatie inzake vorenbedoelde betaling heeft doorgespeeld aan de afdeling Advocatuur van [B] Advocaten & notarissen dan wel gelegenheid heeft geboden op de hoogte te komen van bedoelde informatie. Uit de overgelegde stukken is gebleken dat op 15 mei 2003 niet slechts op de bankrekening beslag is gelegd, waarop de courtagebetaling heeft plaatsgevonden, maar dat dit eveneens is geschied ten aanzien van andere bankrekeningen van klaagster. Er is daarom geen reden om aan te nemen, dat de beslaglegger speciaal op deze bankrekening is geattendeerd. Ook overigens heeft de Kamer geen aanleiding gezien aan te nemen dat ten gevolge van een handeling van de kandidaat-notaris informatie-uitwisseling aangaande de courtagebetaling tussen de twee afdelingen heeft plaatsgevonden. De Kamer acht de klacht op dit onderdeel ongegrond.
5.2 Voor wat betreft de klacht dat klaagster ten onrechte niet op de hoogte is gebracht van de wijziging van de datum en het tijdstip van het passeren van de akte, overweegt de Kamer dat de kandidaat-notaris in voldoende mate aannemelijk heeft gemaakt dat hem dit niet te verwijten valt. In de eerste plaats is de wijziging overeengekomen tussen de partijen, die kennelijk klaagster hiervan niet in kennis hebben gesteld. Daarnaast heeft de kandidaat-notaris de wijzigingen bij brief van 12 mei 2003 aan de makelaar bekendgemaakt. Dit onderdeel van de klacht is derhalve eveneens ongegrond.
5.3 Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.
6. DE BESLISSING
De Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Leeuwarden:
- verklaart de klacht, zoals beschreven in onderdeel 5.1, ongegrond;
- verklaart de klacht, zoals beschreven in onderdeel 5.2, ongegrond.
Deze beslissing is genomen te Leeuwarden door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzitter, mrs. J.C.G. Leijten, G. Gast, G. van Wijk en H.Ph. Breuker, leden, bijgestaan door mr. M.R. Molenaar, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op
De beslissing is verzonden op
Binnen dertig dagen na de dag van verzending van de aangetekende brief waarin van bovenstaande beslissing wordt kennisgegeven, kan hoger beroep tegen deze beslissing worden ingesteld. Dit dient te geschieden door middel van een verzoekschrift bij de griffie van het Gerechtshof te Amsterdam, Prinsengracht 436, correspondentieadres: Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.