Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AQ5882

Datum uitspraak2004-07-29
Datum gepubliceerd2004-08-02
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/027959-04
Statusgepubliceerd


Indicatie

[...] Verdachte heeft een toenmalige vriend, genaamd [vriend van verdachte], in zijn woning onderdak geboden terwijl hij wist wat deze [vriend van verdachte] brand had gesticht en voortvluchtig was. Door aldus die [vriend van verdachte] te ‘helpen’ heeft verdachte de opsporing naar die brandstichting - en daarmee de waarheidsvinding - vertraagd en belemmerd. [...]


Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS) parketnummer 09/027959-04 rolnummer 0004 's-Gravenhage, 29 juli 2004 De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], adres: [adres]. De terechtzitting. Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 15 juli 2004. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr R.V.Hagenaars, advocaat te Rotterdam, is ter terechtzitting verschenen en gehoord. De officier van justitie mr R.R. Knobbout heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem onder feit 1 subsidiair en feit 2 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De telastlegging. Aan de verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A. Vrijspraak. De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder feit 1 is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken. De bewijsmiddelen. P.M. De bewezenverklaring. Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen - elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft - staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan is de rechtbank tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat de verdachte het onder 2 telastgelegde feit heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte. Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar. De verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden. Strafmotivering. Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft een toenmalige vriend, genaamd [vriend van verdachte], in zijn woning onderdak geboden terwijl hij wist wat deze [vriend van verdachte] brand had gesticht en voortvluchtig was. Door aldus die [vriend van verdachte] te ‘helpen’ heeft verdachte de opsporing naar die brandstichting - en daarmee de waarheidsvinding - vertraagd en belemmerd. Dit feit valt verdachte bijzonder kwalijk te nemen. Doorgaans wordt voor een dergelijk feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. De rechtbank houdt er echter in het voordeel van verdachte rekening mee dat verdachte blijkens een op zijn naam staand Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 2 april 2004 - behoudens een veroordeling door de kinderrechter uit 1993 - niet eerder voor strafbare feiten veroordeeld is geweest en dat verdachte bezig is wat van zijn leven te maken. Gelet op bovenstaande zal de rechtbank aan verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op leggen voor de duur van 2 maanden. De toepasselijke wetsartikelen. De op te leggen straf is gegrond op de artikelen: - 14a, 14b, 14c, 189 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing. De rechtbank, verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 telastgelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij; verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 2 telastgelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt: Opzettelijk iemand die vervolgd wordt ter zake van enig misdrijf, verbergen en hem behulpzaam zijn in het ontkomen aan de nasporing van of aanhouding door de ambtenaren van justitie of politie; verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar; veroordeelt de verdachte tot: een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden; bepaalt, dat die straf niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit; verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. Dit vonnis is gewezen door mrs E. Timmermans, voorzitter, M.Y. Bonneur en M.P. van Harte, rechters, in tegenwoordigheid van mr P.J.C. Cremers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 29 juli 2004. mr M.Y. Bonneur is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.