
Jurisprudentie
AQ5712
Datum uitspraak2004-07-20
Datum gepubliceerd2004-07-28
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200402674/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Datum gepubliceerd2004-07-28
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200402674/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter
Indicatie
Bij besluit van 11 november 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden het wijzigingsplan "wijziging van het bestemmingsplan Landgoed Linde" vastgesteld.
Uitspraak
200402674/2.
Datum uitspraak: 20 juli 2004.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], gevestigd te Linde,
en
het college van gedeputeerde staten van Drenthe,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 11 november 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden het wijzigingsplan "wijziging van het bestemmingsplan Landgoed Linde" vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 6 februari 2004, kenmerk RW/A8/2003010765, beslist over de goedkeuring van het wijzigingsplan.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bij brief van 27 april 2004, bij de Raad van State ingekomen op 28 april 2004, beroep ingesteld.
Bij brief van 18 mei 2004, bij de Raad van State ingekomen op 19 mei 2004, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 juli 2004, waar verzoekster, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en verweerder, vertegenwoordigd door E. Saathof, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts zijn het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door J.M. van der Vinne, ambtenaar van de gemeente, en [partij] en anderen, vertegenwoordigd door mr. J.J. Nicolaas, gemachtigde, daar gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het wijzigingsplan strekt tot wijziging van de bestemming “Agrarisch gebied” uit het bestemmingsplan “Landgoed Linde” in de bestemming “Landgoed” van het perceel ten zuidwesten van de Linderweg.
2.3. Verzoekster stelt dat verweerder ten onrechte goedkeuring aan het wijzigingsplan heeft verleend. Zij verzoekt de goedkeuring van het wijzigingsplan bij wege van voorlopige voorziening te schorsen teneinde te voorkomen dat een aanlegvergunning zal worden verleend ten behoeve van het planten van bomen op dit perceel.
Verzoekster voert aan dat voorafgaand aan de vaststelling van het wijzigingsplan ten onrechte geen toedelingsonderzoek is uitgevoerd door de Landinrichtingscommissie, dat het wijzigingsplan in strijd is met de gemeentelijke notitie “Blijvend bos in de gemeente De Wolden” en het Provinciaal Omgevingsplan Drenthe, en dat de belangen van de agrariërs niet voldoende zijn meegenomen in de besluitvorming.
2.4. Verweerder heeft in deze bezwaren geen aanleiding gezien goedkeuring aan het wijzigingsplan te onthouden.
2.5. De Voorzitter overweegt ten aanzien van het verzoek als volgt.
Ter zitting is van de zijde van het college van burgemeester en wethouders toegezegd dat de aanlegvergunning voor het planten van bomen op het perceel, die inmiddels is aangevraagd, niet voor 15 september 2004 zal worden verleend. De Afdeling streeft ernaar de bodemzaak voor dit tijdstip ter zitting te behandelen. Gezien deze omstandigheden is met het verzoek geen spoedeisend belang gemoeid dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
2.6. Het verzoek dient te worden afgewezen.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel w.g. Klein
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 20 juli 2004.
176-409.