Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AQ5610

Datum uitspraak2004-06-08
Datum gepubliceerd2004-07-27
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
ZaaknummersC0300437/BR
Statusgepubliceerd


Indicatie

De concurrerende activiteiten van [appellant] acht het hof mitsdien niet onrechtmatig. [appellant] is niet aansprakelijk jegens Multi's voor de schade die Multi's stelt te hebben geleden.


Uitspraak

typ. MBR rolnr. C0300437/BR ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH, achtste kamer, van 8 juni 2004, gewezen in de zaak van: [APPELLANT], wonende te [plaats], gemeente [gemeente], appellant bij exploot van dagvaarding van 31 maart 2003, advocaat: mr. H.M.Th. de Pont, procureur: mr. P.C.M. van der Ven, tegen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MULTI'S B.V., gevestigd te Tilburg, geïntimeerde bij gemeld exploot, advocaat mr. H.P. Kamerbeek, procureur: mr. E.H.H. Schelhaas, op het hoger beroep van het door de Rechtbank Breda, sector kanton, locatie Breda, gewezen vonnis van 8 januari 2003 tussen geïntimeerde, Multi's - als eiseres en appellant - [appellant] - als gedaagde. 1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 197882/CV/01-3297 Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de vonnissen van kantonrechter te Breda d.d. 29 september 1999 en 9 augustus 2000, waarbij de kantonrechter de zaak heeft verwezen naar de Rechtbank Breda, naar het vonnis d.d. 8 mei 2001 van de Rechtbank Breda, waarbij deze de zaak heeft terugverwezen naar de kantonrechter, en naar het eindvonnis van de kantonrechter, waarvan thans beroep is ingesteld. 2. Het geding in hoger beroep 2.1. Bij memorie van grieven heeft [appellant] vier grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot afwijzing van de oorspronkelijke vorderingen van Multi's en tot veroordeling van Multi's in de proceskosten van eerste aanleg en hoger beroep. 2.2. Bij memorie van antwoord heeft Multi's de grieven bestreden. 2.3. Partijen hebben hun standpunten bij pleidooi nader doen toelichten aan de hand van pleitnota's. Multi's heeft bij die gelegenheid nog een akte tot het in het geding brengen van een productie genomen. Zij hebben vervolgens hun procesdossiers overgelegd en uitspraak gevraagd. 3. De beoordeling 3.1. In hoger beroep kan van de navolgende tussen partijen vaststaande feiten worden uitgegaan: 3.1.1. Multi's is een bedrijf in de grafische branche dat gespecialiseerd is in het ontwerpen en produceren van uiteenlopende producten, zoals displays, promotiemateriaal e.d. 3.1.2. [appellant] is op 1 maart 1983, op 20-jarige leeftijd, in dienst getreden van Multi's in de functie van buitendienstmedewerker. De arbeidsovereenkomst is met ingang van 2 november 1998 door de kantonrechter te Tilburg ontbonden. 3.1.3. Tussen partijen was een concurrentiebeding overeengekomen, waarin het [appellant], kort gezegd, in brede zin werd verboden om binnen een straal van 50 km een met Multi's concurrerend bedrijf te vestigen of daarin te werken c.q. belang te hebben. 3.1.4. [appellant] is sedert 25 januari 1999 als zelfstandig ondernemer werkzaam onder de naam "[naam bedrijf appellant]". Dit bedrijf is gevestigd te [plaats]. 3.1.5. Multi's heeft [appellant] in rechte betrokken teneinde, kort gezegd, een verbod van diens concurrerende activiteiten te verkrijgen en vergoeding van door haar tengevolge daarvan geleden schade op te maken bij staat. Zij baseerde haar vordering aanvankelijk op schending van het overeengekomen concurrentiebeding en na wijziging van eis bij repliek in eerste aanleg tevens op onrechtmatige daad. De tegen [appellant] door Multi's ingestelde vordering op grond van schending van het concurrentiebeding is in hoger beroep beslecht door het eindvonnis d.d. 18 december 2001 van de Rechtbank Breda, waarin, samengevat, is geoordeeld dat [appellant] het concurrentiebeding niet overtreedt, daar zijn onderneming niet binnen de verboden straal van 50 km is gevestigd. 3.1.6. De kantonrechter heeft vervolgens in het vonnis waarvan thans beroep is ingesteld, voor recht verklaard dat [appellant] jegens Multi's onrechtmatig heeft gehandeld door na beëindiging van zijn dienstverband op 2 november 1998 stelselmatig klanten van Multi's te benaderen, te pogen deze van Multi's af te troggelen en te bewegen klant bij hem te worden en hij heeft [appellant] veroordeeld tot betaling van schadevergoeding op te maken bij staat en betaling van de proceskosten. [appellant] komt van deze beslissing in hoger beroep. 3.2.1. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Deze komen op tegen het oordeel van de kantonrechter dat [appellant] stelselmatig klanten van Multi's heeft benaderd teneinde te pogen deze van Multi's af te troggelen, dat dit onrechtmatig is, dat het aannemelijk is dat Multi's hierdoor schade heeft geleden en dat [appellant] voor die schade aansprakelijk is. 3.2.2. Het hof stelt voorop dat het een ex-werknemer in beginsel vrij staat om zijn ex-werkgever concurrentie aan te doen. Dit vloeit voort uit het recht op vrije arbeidskeuze. Een als concurrentie aan te merken handelwijze kan slechts onrechtmatig zijn indien er sprake is van bijkomende omstandigheden, zoals het substantieel en stelselmatig binnendringen en aantasten van een duurzaam bedrijfsdebiet van de voormalig werkgever met gebruikmaking van vertrouwelijke gegevens, waardoor de werkgever aanmerkelijke schade lijdt. 3.2.3. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [appellant] een aantal van de klanten die hij bediende bij Multi's heeft benaderd, te weten Gazelle te Dieren, Randstad Uitzendbureau te Diemen, Uniekaas te Veenendaal, Westland Kaasgroep te Huizen, Ruys en Draaisma te Nijmegen, Expo Design Groep te Eindhoven, Studio Paul Baars te Amsterdam en A 2000 te Amsterdam. [appellant] heeft van Expo Design Groep en van Randstad daadwerkelijk opdrachten gekregen. Het hof is van oordeel dat het [appellant] in beginsel vrij stond om deze bedrijven te benaderen en zijn nieuwe bedrijf te presenteren. De wervingsbrieven die hij aan klanten heeft gestuurd, hebben geen inhoud die jegens Multi's onrechtmatig is. Dat geldt ook voor de door Multi's gewraakte passages "alleen vrijheid bij de keuze van ontwikkeling en productie kan leiden tot een echt optimale belangenbehartiging (...) 16 jaar expertise in deze branche, connecties met de betere productspecialisten in dit segment, (...) en de drive om het beter te doen (...) Naast de bekende kwaliteit zal een markant kenmerk de zeer gunstige prijs/prestatie verhouding zijn". Het is [appellant] toegestaan zijn ervaring en expertise te noemen. Anders dan Multi's beweert, staat hier niet dat [appellant] "het" goedkoper dan Multi's zal doen. 3.2.4. Het hof stelt vast dat niet gesteld of gebleken is, dat deze voor Multi's belangrijke klanten een exclusieve, duurzame contractuele relatie met Multi's hadden. Hetgeen Multi's aanvoert ter motivering en onderbouwing van haar stelling dat [appellant] bij het benaderen van die klanten en het doen van een offerte gebruik zou hebben gemaakt van vertrouwelijke gegevens van Multi's, kan die conclusie niet dragen. [appellant] is immers jaren lang als buitendienstmedewerker bij deze klanten op bezoek geweest teneinde orders voor Multi's te verkrijgen. Het hebben van kennis van deze klanten kan niet als een vertrouwelijk gegeven worden aangemerkt. Evenmin geldt dit voor het kennis hebben van de wijze waarop er bij Multi's gecalculeerd wordt, aangezien het calculeren van kostprijzen met een opslag wegens overheadkosten en winst geen bijzonder geheim gegeven is. [appellant] stond vanaf augustus 1998 op non-actief. Dossiers, visitekaartjes, omzetstatistieken e.d. die in zijn bezit waren zijn op 8 september 1998 in beslag genomen. De bewering van Multi's dat [appellant] na zijn vertrek bij Multi's wist op welk prijsniveau hij moest gaan zitten om onder de prijs van Multi's te duiken, leidt niet tot een ander oordeel, aangezien niet is gesteld of gebleken, dat [appellant] door gebruikmaking van die wetenschap daadwerkelijk orders waarvoor ook door Multi's is geoffreerd zou hebben weggekaapt. Onvoldoende onderbouwd is eveneens de stelling van Multi's dat de door haar na het vertrek van [appellant] ondervonden omzetdaling hiervan het gevolg zou zijn. Het hof acht het veeleer aannemelijk, dat de persoonlijke kwaliteiten van [appellant], het goed kunnen vertalen van de wensen van de klant in een product, hetgeen niet wordt betwist door Multi's, voor een aantal klanten van Multi's aanleiding is geweest om zaken met [appellant] te blijven doen, omdat diens persoonlijke kwaliteiten belangrijker werden geacht dan voor wie hij werkte. 3.2.5. De concurrerende activiteiten van [appellant] acht het hof mitsdien niet onrechtmatig. [appellant] is niet aansprakelijk jegens Multi's voor de schade die Multi's stelt te hebben geleden. 3.2.6. Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven. De vorderingen van Multi's worden alsnog afgewezen. Multi's zal als de in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten aan de zijde van [appellant] van het geschil in eerste aanleg vanaf de terugverwijzing door de rechtbank d.d. 8 mei 2001 en in hoger beroep. 5. De uitspraak Het hof: vernietigt het vonnis waarvan beroep en, opnieuw recht doende: wijst de vorderingen van Multi's af. veroordeelt Multi's in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep gevallen aan de zijde van [appellant], welke tot op heden worden vastgesteld als volgt: in eerste aanleg: salaris gemachtigde € 205,-- in hoger beroep: kosten dagvaarding 81,16 griffierecht 205,-- salaris procureur 2.994,-- totaal: € 3.486,16 Dit arrest is gewezen door mrs. Koster-Vaags, Den Hartog Jager en Spoor en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 8 juni 2004.