
Jurisprudentie
AQ5246
Datum uitspraak2004-05-06
Datum gepubliceerd2004-07-26
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers877-03 NOT
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer
Datum gepubliceerd2004-07-26
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers877-03 NOT
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer
Indicatie
Waarneming. Toepassing artikel 29 WNA.
Uitspraak
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Beslissing van 6 mei in de zaak onder rekestnummer 877/2003 NOT van:
MR. [naam],
oud-notaris te [plaats],
APPELLANT,
het hof heeft als belanghebbende aangemerkt
MR. [naam],
notaris te [plaats].
1. Het geding in hoger beroep
1.1. Ter griffie van het hof alhier is op 21 augustus 2003 ingekomen een geschrift – met bijlagen – van de zijde van appellant, waarbij hij hoger beroep heeft ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de voorzitter van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te ‘s-Gravenhage, verder te noemen de voorzitter, van 21 juli 2003, in welke beslissing mr.[naam], verder te noemen de notaris, met ingang van 1 augustus 2003 is benoemd tot waarnemer over het protocol van klager.
1.2. Op 18 september 2003 is een brief van de zijde van appellant ingekomen waarin hij bezwaar maakt tegen de aanmerking van de notaris als belanghebbende. Tenslotte is op 23 oktober 2003 nog een brief van appellant ter griffie van het hof ingekomen.
1.3. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 11 maart 2004. Appellant en de notaris zijn verschenen. Zij hebben het woord gevoerd, appellant aan de hand van een pleitnotitie.
2. De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.
3. De feiten
3.1. Bij Koninklijk Besluit van 22 juli 2002, nr. 02.003474, is met ingang van 1 augustus 2002 aan appellant ontslag verleend uit zijn ambt van notaris gevestigd te [plaats].
3.2. Bij beslissing van de voorzitter van 31 juli 2002 is de notaris met ingang van 1 augustus 2002 voor de duur van ten hoogste één jaar tot waarnemer benoemd van het vacante kantoor van appellant.
3.3. Bij de bestreden beslissing is de notaris met ingang van 1 augustus 2003 voor de duur van ten hoogste één jaar benoemd als waarnemer van - naar het hof begrijpt – de als notaris ontslagen appellant.
4. Het standpunt van appellant
4.1. Het standpunt van appellant ten aanzien van de benoeming voor nogmaals één jaar van de notaris als waarnemer, is het volgende. De praktijk was op het moment van de overdracht van het protocol op 13 augustus 2002, op een aantal zaken met betrekking tot onroerende zaken en een paar boedels na, nagenoeg leeg. Appellant vermag niet in te zien waarom er nogmaals voor maximaal één jaar weer een waarnemer wordt benoemd.
4.2. Voorts heeft appellant betoogd dat akten, voornamelijk hypotheekakten, die authenticiteit missen door het compareren daarbij van klagers toenmalige echtgenote als gevolmachtigde van partijen, op de meest eenvoudige wijze kunnen worden gerepareerd. Door gebruikmaking van de reeds voorhanden zijnde onderhandse volmachten kunnen de rechtshandelingen alsnog bekrachtigd worden.
4.3. Appellant is eveneens van mening dat hij op geen enkele wijze is geïnformeerd door de kamer van toezicht en dat hij op generlei wijze zijn mening heeft kunnen uiten. Appellant verzoekt, ingeval niet tot vernietiging van de beslissing van de kamer mocht worden overgegaan, de waarneming niet voor zijn rekening en risico te laten komen.
4.4. In het bijzonder maakt appellant bezwaar tegen benoeming van de notaris op grond van een slechte persoonlijke verstandhouding tussen hem en de notaris en van de slechte verhouding tussen beide kantoren. De notaris is er in geslaagd in 4 maanden tijd een goed lopend kantoor tot nul te reduceren.
4.5. Bovendien wijst appellant er op dat de kamer bij de benoeming van een waarnemer zich er rekenschap van dient te geven dat er verschil is in werkwijze tussen de diverse notariskantoren. De handelwijze van zijn kantoor was klantgericht met een lage kostenstructuur, terwijl de notaris een middelgroot kantoor bestiert met een duidelijk andere kostenstructuur, een weinig flexibele houding en kantoorfilosofie.
4.6. Tenslotte is appellant van mening dat hij gedurende het verloop van de procedures inzake de waarneming ten onrechte niet gekend wordt als procespartij.
5. De beoordeling
5.1. Voor zover appellant heeft geklaagd over de gang van zaken bij de totstandkoming van de bestreden beslissing, in het bijzonder tegen de omstandigheid dat hij niet gekend is als procespartij, behoeft deze klacht geen nadere bespreking, nu de door hem gestelde tekortkoming tengevolge van de behandeling in hoger beroep is hersteld.
5.2. Artikel 29, derde lid, WNA bepaalt dat de waarneming als bedoeld in de artikelen 28 en 29 van de WNA ten hoogste één jaar kan duren en dat de kamer van toezicht in bijzondere gevallen ontheffing van deze bepaling kan geven.
De voorzitter heeft de bestreden beslissing onder meer doen steunen op de overweging dat er in deze zaak sprake is van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 29, derde lid, WNA nu gebleken is dat in verband met de financiële afwikkeling van het vacante kantoor nog geen notaris voor het overnemen van het protocol van appellant door de Minister van Justitie kan worden aangewezen zodat met ingang van 1 augustus 2003 in de voortzetting van de waarneming van het vacante kantoor moet worden voorzien. Aldus heeft de voorzitter mede tot uitdrukking gebracht dat de kamer van toezicht te ’s-Gravenhage op de voet van artikel 29, derde lid, WNA ontheffing heeft verleend van de bepaling dat waarneming ten hoogste één jaar kan duren.
5.3. Bij het onderzoek in hoger beroep is niet gebleken dat de financiële afwikkeling van het vacante kantoor ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing in een zodanig stadium was dat aanwijzing door de Minister van Justitie van een notaris voor het overnemen van het protocol van appellant wel mogelijk was. Het hof is dan ook van oordeel dat de voorzitter in redelijkheid de bestreden beslissing heeft kunnen nemen.
5.4. Ook de overige door appellant aangevoerde omstandigheden kunnen op dit punt niet tot een ander oordeel van het hof leiden.
5.5. Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing.
6. De beslissing
Het hof:
- verwerpt het beroep.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Schipper, Stille en Van Os en in het openbaar uitgesproken op donderdag 6 mei 2004.
De voorzitter van de Kamer van Toezicht,
Neemt kennis van:
? Het Koninklijk Besluit d.d. 22 juli 2002, nr. 02.003474, waarbij met ingang van 1 augustus 2002 aan mr [naam] ontslag is verleend uit zijn ambt van notaris gevestigd in de gemeente [plaats].
? De beslissing van de voorzitter d.d. 31 juli 2002, waarbij mr [naam], notaris gevestigd in de gemeente [plaats], met ingang van 1 augustus 2002 voor de duur van ten hoogste één jaar tot waarnemer is benoemd van het vacante kantoor van mr [naam].
? De telefonische bereidverklaring d.d. 17 juli 2003 van notaris [naam] tot na te melden waarneming.
Overweegt:
Met ingang van 1 augustus 2003 zal de termijn, waarvoor notaris [naam] tot waarnemer is benoemd, zijn verstreken.
Gebleken is dat in verband met de financiële afwikkeling van het vacante kantoor nog geen notaris voor het overnemen van het protocol van de defungerende notaris door de Minister van Justitie kan worden aangewezen, zodat met ingang van 1 augustus 2003 in de voortzetting van de waarneming van het vacante kantoor moet worden voorzien.
In deze situatie is er dan ook sprake van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 29 lid 3 van de Wet op het notarisambt [Wna].
Daarbij gaat de voorzitter er van uit dat de aanwijzing van de waarnemer zal dienen te geschieden voor rekening en risico van de gedefungeerde notaris.
Nu mr [naam] heeft ingestemd met zijn mogelijke benoeming tot waarnemer in voormelde vacature voor na te melden periode en er overigens geen overwegende bezwaren tegen zijn benoeming bekend zijn, zal de voorzitter in voege als na te melden beslissen.
Beslist:
1. Benoemt gelet op de artikelen 29 lid 2 jo 28 onderdeel d Wna met ingang van 1 augustus 2003 voor de duur van ten hoogste één jaar, in verband met het ontslag met ingang van 1 augustus 2003 van notaris mr [naam], gevestigd in de gemeente [plaats], als waarnemer van het protocol en de overige notariële bescheiden van laatstgenoemde notaris:
mr [naam],
notaris gevestigd in de gemeente [plaats].
2. Wijst hem toe gelet op artikel 29 lid 10 Wna met ingang van voormelde waarnemingsperiode het protocol en de overige notariële bescheiden van de als voormeld gedefungeerde notaris mr [naam].
3. Ontheft hem van de verplichtingen als vermeld in de artikelen 2 tot en met 4 van de Verordening overdracht protocol.
4. Bepaalt dat de waarnemingen zullen geschieden voor rekening en risico van de als voormeld gedefungeerde notaris mr [naam]H.L.J.M.
‘sGravenhage, 21 juli 2003.
mr R.J. Paris, voorzitter
Afschrift verzonden aan: