Jurisprudentie
AO2247
Datum uitspraak2004-01-20
Datum gepubliceerd2004-01-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/757183-02
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-01-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/757183-02
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier gewapende overvallen van videotheken en cafetaria's, waarbij hij steeds onder bedreiging van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp geldbedragen en twee keer ook een mobiele telefoon heeft buitgemaakt. Zowel personeel als klanten zijn hierbij bedreigd....Voorts heeft verdachte nog getracht een hennepkwekerij op te zetten, waardoor hij in ieder geval op 26 oktober 2002 ongeveer 107 hennepplanten in zijn bezit heeft gehad.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/757183-02 + 09/092027-03
rolnummer 0006 + 0007
's-Gravenhage, 20 januari 2004.
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaken van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden, Penitentiair Complex Scheveningen, Huis van Bewaring Unit 1.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 6 januari 2003.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S.F. Degen, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. M.J.J. van den Honert heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding met parketnummer 09/757183-02 onder 3 eerste alternatief/cumulatief telastgelegde wordt vrijgesproken en dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding met parketnummer 09/757183-02 onder 1 eerste en tweede alternatief/cumulatief, 2 eerste en tweede alternatief/cumulatief, 3 tweede alternatief/cumulatief, 4, 5 en onder 6 telastgelegde, alsmede ter zake van het hem bij dagvaarding met parketnummer 09/092027-03 telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen jassen (nummer 1, 5 en 14), de houthakkersblouse (nummer 2), de acht kleingeldzakjes (nummer 4), het geld (nummer 6), de leggings (nummer 13), de broek (nummer 15), de sjaal (nummer 16), de sweater (nummer 17) en de geblokte/ gestreepte blouse (nummer 18) zullen worden teruggegeven aan verdachte, en dat de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen filmclub plasticzak (nummer 3), de C1000 plasticzak (nummer 8), de baseballpet (nummer 9), de pruik (nummer 10), en de boerenzakdoek (nummer 11) zullen worden verbeurdverklaard, en dat de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen kolfplaats van een (nep)vuurwapen (nummer 7) en het pistool (nummer 12) zullen worden ontrokken aan het verkeer.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd - na nadere omschrijving van de telastlegging met parketnummer 09/757183-02 - hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding met parketnummer 09/757183-02, gemerkt A, van de vordering nadere omschrijving van die telastlegging, gemerkt A1, alsmede hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding met parketnummer 09/092027-03, gemerkt A2.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij - nader omschreven - dagvaarding met parketnummer 09/757183-02 onder 3 eerste en tweede alternatief/cumulatief en onder 4 is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen.
P.M.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 09/757183-02 onder 1 eerste en tweede alternatief/cumulatief, 2 eerste en tweede alternatief/cumulatief, 5 en 6 vermelde feiten alsmede het bij dagvaarding met parketnummer 09/092027-03 vermelde feit heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 09/757183-02 en gemerkt B1 ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 09/092027-03.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf het volgende overwogen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier gewapende overvallen van videotheken en cafetaria's, waarbij hij steeds onder bedreiging van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp geldbedragen en twee keer ook een mobiele telefoon heeft buitgemaakt. Zowel personeel als klanten zijn hierbij bedreigd.
De rechtbank rekent het verdachte ernstig aan dat hij niet heeft stilgestaan bij de gevolgen die dergelijke traumatische gebeurtenissen kunnen hebben voor de slachtoffers en dat het verdachte alleen maar ging om de verbetering van zijn eigen financiële positie. Wat betreft de ernst van het feit wordt mede in aanmerking genomen dat dergelijke in een openbare gelegenheid gepleegde feiten ook bijzonder beangstigend zijn voor eventuele directe omstanders die ervan ongewild getuige zijn. Daarnaast dragen overvallen als de onderhavige, waarbij gebruik is gemaakt van wapens, er aan bij dat de bij burgers in het algemeen reeds bestaande gevoelens van onveiligheid en onrust blijven bestaan en worden versterkt.
Voorts heeft verdachte nog getracht een hennepkwekerij op te zetten, waardoor hij in ieder geval op 26 oktober 2002 ongeveer 107 hennepplanten in zijn bezit heeft gehad.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op een Uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 11 april 2003, waaruit blijkt dat verdachte reeds verscheidene malen tot lange onvoorwaardelijke gevangenisstraffen is veroordeeld ter zake van afpersingen en diefstal met geweld. De rechtbank rekent het verdachte ernstig aan dat hij geen enkele lering heeft getrokken uit deze veroordelingen.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht heeft de rechtbank ten slotte rekening gehouden met de eerdere veroordeling van verdachte d.d. 4 september 2002 door de politierechter in deze rechtbank.
Op grond van het vooroverwogene is de rechtbank van oordeel dat dergelijke overvallen van openbare gelegenheden zo ernstig en zo verontrustend voor de direct betrokkenen en de samenleving zijn, dat alleen een vrijheidsbenemende straf van lange duur in aanmerking komt.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen doffe bruine leren jas (nummer 1), de houthakkersblouse (nummer 2), de acht kleingeldzakjes (nummer 4), de bruine ribfluwelen jas (nummer 5) het geld, zijnde ? 110,-(nummer 6), de witte jas (nummer 14), de spijkerbroek (nummer 15), de roodwitte sjaal (nummer 16), de grijsblauwe sweater (nummer 17) en de grijs/wit geblokte/ gestreepte blouse (nummer 18).
De rechtbank zal de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen blauwe filmclub plasticzak (nummer 3), de groene C1000 plasticzak (nummer 8), de zwarte baseballpet (nummer 9), de zwarte pruik (nummer 10), de rode boerenzakdoek (nummer 11) en de beigegrijze leggings met camouflageprint (nummer 13) verbeurdverklaren, zijnde deze voorwerpen voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien met behulp van deze aan verdachte toebehorende voorwerpen de bij dagvaarding met parketnummer 09/757183-02 bewezenverklaarde feiten zijn begaan of voorbereid.
De rechtbank zal de blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen losse kolfplaat van een (nep)vuurwapen (nummer 7) en het pistool (nummer 12) onttrekken aan het verkeer, zijnde deze voorwerpen voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met behulp van deze voorwerpen de bij dagvaarding met parketnummer 09/757183-02 bewezenverklaarde feiten zijn begaan of voorbereid en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 33, 33a, 36b, 36c, 57, 63, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 (oud) en 11 (oud) van de Opiumwet, en de daarbij behorende Lijst II.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij - nader omschreven - dagvaarding met parketnummer 09/757183-02 onder 3 eerste en tweede alternatief/cumulatief en onder 4 telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding met parketnummer 09/757183-02 onder 1 eerste en tweede alternatief/cumulatief, 2 eerste en tweede alternatief/cumulatief, 5 en onder 6 telastgelegde feiten alsmede het bij dagvaarding met parketnummer 09/092027-03 telastgelegde feit heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
ten aanzien van de feiten 1 eerste alternatief/cumulatief en 2 eerste alternatief/cumulatief van de dagvaarding met parketnummer 09/757183-02:
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, meermalen gepleegd;
ten aanzien van de feit 1 tweede alternatief/cumulatief, 2 tweede alternatief/cumulatief, 5 en 6 van de dagvaarding met parketnummer 09/757183-02:
afpersing, meermalen gepleegd
ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 09/092027-03 vermelde feit:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, eerste lid, onder C (oud), van de Opiumwet gegeven verbod;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 6 JAAR;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op : 9 april 2003;
in voorlopige hechtenis gesteld op : 11 april 2003;
gelast de teruggave aan verdachte van de blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen jassen (nummer 1, 5 en 14), de houthakkersblouse (nummer 2), de acht kleingeldzakjes (nummer 4), het geld (nummer 6), de broek (nummer 15), de sjaal (nummer 16), de sweater (nummer 17) en de geblokte/ gestreepte blouse (nummer 18);
verklaart verbeurd de blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst inbeslaggenomen filmclub plasticzak (nummer 3), de C1000 plasticzak (nummer 8), de baseballpet (nummer 9), de pruik (nummer 10), de boerenzakdoek (nummer 11) en de leggings (nummer 13);
verklaart onttrokken aan het verkeer de blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst kolfplaat van een (nep)vuurwapen (nummer 7) en het pistool (nummer 12);
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs Hensen, voorzitter,
Kuijer en Wapenaar, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Van der Steen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 januari 2004.