Jurisprudentie
AF8099
Datum uitspraak2003-03-24
Datum gepubliceerd2003-05-01
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersAWB 03/1229 VEROR
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-05-01
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersAWB 03/1229 VEROR
Statusgepubliceerd
Uitspraak
Rechtbank Amsterdam
Sector Bestuursrecht Algemeen
Voorlopige voorzieningen
UITSPRAAK
in het geding met reg.nr. AWB 03/1229 VEROR
van,
van [eiser 1], [eiser 2], [eiser 3], [eiser 4],
[eiser 5], [eiser 6], [eiser 7], [eiser 8], [eiser 9], allen wonende te Amsterdam,
vertegenwoordigd door mr. D.J. Oranje, advocaat te Amsterdam,
tegen,
het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Oud West van de gemeente
Amsterdam, verweerder,
vertegenwoordigd door mr. I.H. van den Berg, advocaat te Amsterdam.
1. PROCESVERLOOP
Op 18 maart 2003 heeft de voorzieningenrechter (rechter) van de rechtbank van verzoekers het verzoek ontvangen om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek hangt samen met het bezwaarschrift dat verzoekers hebben ingediend tegen verweerders schrijven van 14 maart 2003.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 21 maart 2003.
2. OVERWEGINGEN
Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient te worden nagegaan of onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, het treffen van een voorlopige voorziening vereist. Bij de vereiste belangenafweging gaat het om een afweging van enerzijds het belang van de verzoeker dat een onverwijlde voorziening wordt getroffen en anderzijds het door de onmiddellijke uitvoering van het besluit te dienen belang. Voor zover deze toetsing meebrengt dat een oordeel wordt gegeven over het geschil in de bodemproce-dure, heeft dit oordeel een voorlopig karakter en is dit niet bindend voor de beslissing in de bodemprocedure.
Bij brief van 14 maart 2003 heeft de portefeuillehouder van Stadsdeelwerken van het Stadsdeel Oud-West aan de bewoners van de De Genestetstraat medegedeeld dat op
24 maart 2003 alsnog tot het verwijderen van de parkeerplaatsen aan de De Genestetstraat tussen de Jacob van Lennepkade en de Bosboom Toussaintstraat zal worden overgegaan en dat de stadsdeelraad hiermee beoogt de openbare ruimte in dit deel van genoemde straat te verbeteren. Ook is bericht dat het herinrichten van de straat als speelstraat voorlopig niet aan de orde is omdat er nog juridische procedures tegen dit besluit lopen.
In de brief van 14 maart 2003 heeft het stadsdeel voorts medegedeeld dat voor het
uitvoeren van het werk een tijdelijke verkeersmaatregel met wegsleepregeling wordt getroffen.
Namens verzoekers is bij brief van 14 maart 2003 bezwaar gemaakt tegen de voorgenomen werkzaamheden in de De Genestetstraat en tegen de tijdelijke verkeersmaatregel met wegsleepregeling. Gesteld is dat een verkeersbesluit in de zin van artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 ontbreekt. Voorts is aangevoerd dat het besluit onvoldoende is gemotiveerd, dat het besluit door een daartoe onbevoegd orgaan is genomen, dat het besluit niet vermeldt welke door de Wegenverkeerswet toegelaten doelstellingen worden gediend en welke van in artikel 2 van deze wet genoemde belangen daaraan ten grondslag liggen. Ook is volgens verzoekers het besluit uit verkeersoogpunt niet gerechtvaardigd en zijn de bij het besluit betrokken belangen niet goed afgewogen.
De rechter ziet zich allereerst gesteld voor de vraag of verzoekers ontvangen kunnen worden in hun bezwaar tegen voornoemd schrijven van 14 maart 2003 en overweegt als volgt.
Ingevolge artikel 7:1 van de Awb kan tegen een besluit bezwaar worden gemaakt door indiening van een bezwaarschrift.
Ingevolge artikel 1:3 van de Awb wordt onder een besluit verstaan: "een schriftelijke beslissing, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling".
Ingevolge artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 geschieden maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.
De rechter overweegt dat het schrijven van 14 maart 2003 betrekking heeft op de verwijdering van parkeerplaatsen in de De Genestetstraat te Amsterdam. Naar het oordeel van de rechter is dit schrijven geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb, omdat daaruit geen rechtsgevolgen voortvloeien. Het schrijven van 14 maart 2003 kan naar het oordeel van de rechter niet worden aangemerkt als een verkeersbesluit in de zin van artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994, omdat door opheffing van de parkeerplaatsen en het plaatsen in de vrijgekomen ruimte van plantenbakken, fietsenrekken en gietijzeren bollen, het aantal categorieën weggebruikers ongewijzigd blijft. In dit verband verwijst de rechter naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 december 2002, nummer 20023539/1 waarin is overwogen dat voor vaststelling van een profiel, ook in het geval dit ertoe leidt dat parkeerplaatsen moeten worden opgeheven, geen verkeersbesluit is vereist.
Vorenstaande leidt tot het oordeel dat het ter zake ingediende bezwaarschrift naar verwachting niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Gelet op vorenstaande overwegingen zal het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen worden afgewezen.
Geen aanleiding wordt gevonden om gebruik te maken van de bevoegdheid tot veroordeling in de proceskosten. Evenmin wordt aanleiding gevonden om te bepalen dat het griffierecht moet worden vergoedt.
Beslist wordt als volgt.
3. BESLISSING
De voorzieningenrechter,
wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Gewezen door mr. M. de Rooij, voorzieningenrechter,
in tegenwoordigheid van mr. J. dos Santos, griffier, en
openbaar gemaakt op: 24 maart 2003.
De griffier De voorzieningenrechter,
Afschrift verzonden op:
Coll.:
D: