Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AF7311

Datum uitspraak2003-03-11
Datum gepubliceerd2003-04-15
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers81796 / KG ZA 03-60
Statusgepubliceerd


Uitspraak

RECHTBANK TE MAASTRICHT Zaaknummer : 81796 / KG ZA 03-60 Datum uitspraak: 11 maart 2003 VONNIS IN HET KORT GEDING VAN: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HORNBACH HOLDING B.V., 2. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HORNBACH BOUWMARKT (NEDERLAND) B.V., beide statutair gevestigd te Nieuwegein, 3. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HORNBACH REAL ESTATE KERKRADE B.V., gevestigd te Kerkrade, eisers bij dagvaarding in kort geding bij exploot van 5 maart 2003, advocaat: mr. J. van Papendrecht te Amsterdam, procureur: mr. B.W.A. Muurmans, tegen: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid WIJCKERVESTE ADVISEURS B.V., gevestigd te Maastricht en kantoorhoudende te Kerkrade, gedaagde, procureur: mr. H.H.B. Lamers. 1. Het verloop van de procedure 1.1 Eisers (hierna in enkelvoud: Hornbach) hebben gedaagde (hierna: Wijckerveste) gedagvaard in kort geding. 1.2 Ten dienende dage heeft Hornbach gesteld en gevorderd overeenkomstig de dagvaarding. Aan de hand van pleitaantekeningen heeft zij haar stellingen nader doen toelichten. Daarbij heeft zij verwezen naar een set op voorhand ingezonden producties. 1.3 Wyckerveste heeft met gebruikmaking van een pleitnota verweer gevoerd. Ook zij heeft producties overgelegd, waarnaar zij heeft verwezen. 1.4 Partijen hebben daarna op elkaars stellingen gereageerd. 1.5 Ten slotte hebben zij om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is bij vervroeging bepaald op heden. 2. Het geschil 2.1 Wijckerveste heeft bij B & W van de gemeente Kerkrade op 16 mei 2002 een bouwaanvraag en op 21 mei 2002 een verzoek om vrijstelling ex artikel 19 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) ingediend ter zake de oprichting van een bedrijfsgebouw aan de Wiebachstraat 77. 2.2 Wijckerveste is voornemens ter plaatse een vestiging van "Decathlon Sports Megastore", een winkelketen in sportartikelen, onder te brengen. Zulks is echter in strijd met het vigerende bestemmingsplan "Beitel-Locht", dat geen detailhandel toelaat. 2.3 Een vestiging van Hornbach (een bouwmarkt annex tuincentrum) grenst aan litigieus perceel. Op bestuursrechtelijke gronden (er zou strijd zijn met "de eisen van artikel 19 en 19a WRO, het provinciale, regionale en gemeentelijke beleid, het Rijksbeleid en de eisen van een goede ruimtelijke ordening") heeft Hornbach zich tegen vrijstelling van het bestemmingsplan gekant. 2.4 De vrijstelling en de bouwvergunning zijn nog niet verleend. 2.5 Inmiddels heeft Wijckerveste met de bouw van (naar haar stelling: het casco van) het bedrijfsgebouw een aanvang gemaakt. 2.6 B & W hebben Wijckerveste bij besluit van 11 februari 2003 opgedragen de werkzaamheden te staken wegens strijd met het bestemmingsplan resp. artikel 40 Woningwet. 2.7 Niettemin bouwt Wijckerveste door. 2.8 Bij brief van 7 maart 2003 aan Wijckerveste hebben B & W aangegeven dat de voor het verkrijgen van vrijstelling benodigde verklaring van geen bezwaar op het punt staat bij Gedeputeerde Staten (GS) aangevraagd te worden. Indien die verklaring verleend wordt, zullen B & W de bouwvergunning afgeven. Mochten GS voorwaarden aan de verklaring verbinden, dan zullen B & W eerst dan tot vrijstelling overgaan zodra die voorwaarden zijn vervuld. 2.9 Hornbach acht het doorbouwen jegens haar onrechtmatig en heeft in deze zaak gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en alle dagen en uren, Wijckerveste te veroordelen tot: I. het onmiddellijk staken en gestaakt houden van het (doen) bouwen en / of het (doen) verrichten van bouwwerkzaamheden die in strijd zijn met artikel 40 van de Woningwet; II. het onmiddellijk staken en gestaakt houden van het (doen) bouwen en / of het (doen) verrichten van bouwwerkzaamheden zolang aan Wijckerveste geen bouwvergunning en een vrijstelling zijn verleend, en zolang de betreffende besluiten in het kader van enige uitspraak naar aanleiding van enig onderzoek om een voorlopige voorziening door de voorzieningenrechter zullen zijn geschorst; een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,- per dag of dagdeel in geval Wijckerveste, na betekening van het onderhavige vonnis, in strijd met dit verbod handelt, met een maximum van € 1.000.000,-, een en ander met veroordeling van Wijckerveste in de kosten van het geding. 2.10 Wijckerveste heeft gemotiveerd verweer gevoerd. 3. De beoordeling 3.1 Een spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak. 3.2 Tot uitgangspunt moet worden genomen dat het verbod van artikel 40 lid 1 Woningwet (bouwen zonder bouwvergunning) en bestemmingsplanvoorschriften in de regel (niet alleen een algemeen belang dienen maar) mede bedoeld zijn om de belangen te beschermen van diegenen die in of nabij het bestemmingsplangebied zijn gevestigd. 3.3 Als in het betoog van Hornbach besloten liggend (en door Wijckerveste onbesproken gelaten) is aannemelijk dat de in het bestemmingsplan Beitel-Locht opgenomen voorschriften mede dienen ter bescherming van de economische belangen van Hornbach. De door Hornbach genoemde belangen - een (gevreesde) negatieve invloed op de rendements- en opbrengstwaarde van haar gebouwen en een overmatige verkeersdruk op de ontsluiting van de percelen - moeten daartoe worden gerekend. 3.4 De stelling van Hornbach door de activiteiten van Wijckerveste in voormelde belangen getroffen te zijn, is - tenzij die stelling op voorhand van iedere goede grond is gespeend, waarvan in deze zaak niet is gebleken - een voldoende basis om de bouwwerkzaamheden voorshands als onrechtmatig jegens haar aan te merken. Dat partijen ieder een ander marktsegment bedienen staat daaraan niet in de weg. 3.5 Tegen die achtergrond moet worden bezien het standpunt van Wijckerveste - en dat loopt als een rode draad door haar gehele betoog - dat te verwachten valt dat de vrijstellingsprocedure binnen korte tijd met succes zal worden afgerond en langs die weg haar bouwactiviteiten alsnog gelegaliseerd zullen worden. Gesteld in de sleutel van de belangenafweging - haar schade bij staking van de bouw is onevenredig groot - moet het haar deswege vergund worden voorlopig met bouwen voort te gaan. 3.6 Dit betoog treft geen doel. Niet alleen omdat Hornbach met kracht van argumenten heeft bestreden dat de vrijstelling er komt, maar bovendien niet omdat die opvatting het bestuursrechtelijke stelsel goeddeels naar de prullenbak verwijst. Het is nu eenmaal een ervaringsfeit dat hoe verder een bouw is opgeschoten, des te minder snel een amotie-actie succes zal hebben. Zou Wijckerveste onverdroten kunnen doorbouwen dan zou zij langs die weg de kans op legalisering zelf vergroten. Dat is geen wenkend perspectief. 3.6 Aldus moet voor Wijckerveste het doek vallen. Wat zij tot slot heeft aangedragen over een van rechtswege verleende vergunning voor de bouw van het cascogebouw (bedrijfshal) kan op dit alles immers geen relevant ander licht werpen, zeker niet nu de gemeente die bouw bij be-sluit van 11 februari 2003 heeft stilgelegd. De gevraagde vrijstelling is toegespitst op de detailhandel van Decathlon, welk gebruik volgens het vigerende bestemmingsplan niet is toegestaan. 3.7 Het vorenoverwogene leidt tot toewijzing van het gevraagde bouwverbod. Wijckerveste heeft inhoudelijk geen verweer gevoerd tegen het petitum, zodat dat integraal wordt overgenomen. Wel zijn er termen de dwangsommen te matigen en te maximeren. 3.8 Als overwegend in het ongelijk gestelde partij wordt Wijckerveste veroordeeld in de kosten van het geding. 4. Uitspraak De voorzieningenrechter van de rechtbank te Maastricht; RECHT DOENDE in kort geding: Veroordeelt Wijckerveste tot het onmiddellijk staken en gestaakt houden van het (doen) bouwen en / of het (doen) verrichten van bouwwerkzaamheden die in strijd zijn met artikel 40 van de Woningwet; Veroordeelt Wijckerveste tot het onmiddellijk staken en gestaakt houden van het (doen) bouwen en / of het (doen) verrichten van bouwwerkzaamheden zolang aan Wijckerveste geen bouwvergunning en een vrijstelling zijn verleend, en zolang de betreffende besluiten in het kader van enige uitspraak naar aanleiding van enig onderzoek om een voorlopige voorziening door de voorzieningenrechter zullen zijn geschorst; een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- per dag of dagdeel in geval Wijckerveste, na betekening van het onderhavige vonnis, in strijd met dit verbod handelt, met een maximum van € 750.000,-; Veroordeelt Wijckerveste in de kosten van dit geding aan de zijde van Hornbach gerezen, tot aan deze uitspraak begroot op een bedrag van € 976,20, waarvan € 205,-- wegens verschuldigd vast recht, € 703,-- voor salaris procureur en € 68,20 aan explootkosten; Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; Wijst af het meer of anders gevorderde. Aldus gewezen door mr. A.M. Adelmeijer, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in het bijzijn van de griffier. RQ