Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AD7331

Datum uitspraak2001-09-27
Datum gepubliceerd2001-12-19
RechtsgebiedVreemdelingen
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsGroningen
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersAWB 01/46645
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bewaring / melding PSC. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft aangevoerd dat er te laat een melding is uitgegaan naar het penitiair selectiecentrum. Eiser is op 15 september 2001 in bewaring gesteld en de melding is op 17 september uitgegaan. De rechtbank overweegt dat er geen algemeen verbindend voorschrift valt aan te wijzen op grond waarvan verweerder gehouden is een melding te doen aan voornoemd selectiecentrum. Wel is in de beleidsregel, A5/5.3.6.2, Vc 2000 neergelegd dat de ambtenaar van de vreemdelingendienst zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling de vreemdeling bij het selectiecentrum meldt. Het enkele feit dat niet aan deze beleidsregel zou zijn voldaan leidt naar het oordeel van de rechtbank niet tot opheffing van de bewaring. Beroep ongegrond.


Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ’s-GRAVENHAGE Nevenzittingsplaats Groningen Vreemdelingenkamer registratienummer: Awb 01/46645 VRONTN UITSPRAAK op het beroep tegen de maatregel van bewaring op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000, toegepast ten aanzien van de vreemdeling genaamd, althans zich noemende: A, geboren op [...] 1979, van Marokkaanse nationaliteit, eiser, gemachtigde: mr. V.L. van Wieringen, advocaat te Winschoten. 1. Ontstaan en loop van het geschil 1.1 De Staatssecretaris van Justitie, hierna verweerder, heeft op 15 september 2001 aan eiser, die geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft, met het oog op de uitzetting de maatregel van bewaring opgelegd nu de openbare orde zulks vordert (artikel 59, eerste lid en onder a, Vw 2000). 1.2 Verweerder heeft op 17 september 2001 de rechtbank op grond van artikel 94, eerste lid, Vw 2000 in kennis gesteld van het opleggen van de maatregel van bewaring. Deze kennisgeving wordt gelijkgesteld met een door eiser ingesteld beroep. 1.3 Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank toegezonden. De griffier heeft de van verweerder ontvangen stukken aan eiser doorgestuurd en hem in de gelegenheid gesteld nadere gegevens te verstrekken. 1.4 De bewaring is op 21 september 2001 opgeheven. 1.5 Het beroep is behandeld ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 24 september 2001. Eiser is verschenen bij zijn raadsman. Voor verweerder is als gemachtigde verschenen mr. N. van Mourik. 2. Rechtsoverwegingen 2.1 Ingevolge artikel 106 Vw 2000 kan de rechtbank, indien de maatregel strekkende tot vrijheidsontneming reeds voor de behandeling van het verzoek om opheffing van die maatregel is opgeheven, de vreemdeling een vergoeding ten laste van de Staat toekennen. Hoewel de maatregel van bewaring reeds is opgeheven, zal de rechtbank derhalve -gelet op het verzoek om schadevergoeding- dienen te beoordelen of de toepassing en tenuitvoerlegging van de bewaring gerechtvaardigd was en of deze niet langer heeft dan noodzakelijk. 2.2 Eiser heeft de rechtbank verzocht schadevergoeding toe te kennen. 2.3 Verweerder heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek om schadevergoeding. 2.4 De rechtbank overweegt als volgt. Door de gemachtigde van eiser is aangevoerd dat er geen feiten en omstandigheden aanwezig waren die een redelijk vermoeden van illegaal verblijf opleveren. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat er wel een redelijk vermoeden van illegaal verblijf aanwezig was. De rechtbank acht het feit dat eiser niet in het bezit was van een geldig reis- en identiteitsdocument en de omstandigheid dat bij navraag en onderzoek de identiteit van betrokkene niet vastgesteld kon worden hiertoe voldoende. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de (procedure leidende tot de) inbewaringstelling plaatsgevonden in overeenstemming met de verdere wettelijke vereisten. De maatregel van bewaring is ook op goede gronden bevolen. De vrees was gerechtvaardigd dat eiser zich aan de voorgenomen uitzetting zou onttrekken. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat eiser niet beschikte over een geldig identiteitsbewijs, zich niet heeft aangemeld, zich heeft bediend van een alias en geen vast woon- of verblijfplaats had. Namens eiser is tevens aangevoerd dat er pas op 17 september 2001 een melding is uitgegaan naar het penitentiair selectiecentrum Zwolle, terwijl eiser reeds op 15 september 2001 in bewaring is gesteld. De rechtbank overweegt dat er geen algemeen verbindend voorschrift valt aan te wijzen op grond waarvan verweerder gehouden is een melding te doen aan voornoemd selectiecentrum. Wel is in de beleidsregel A5/5.3.6.2. Vc 2000 neergelegd dat de ambtenaar van de vreemdelingendienst zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling de vreemdeling bij het selectiecentrum meldt. Het enkele feit dat niet aan deze beleidsregel zou zijn voldaan leidt naar het oordeel van de rechtbank niet tot opheffing van de bewaring. 2.5 Naar het oordeel van de rechtbank heeft de bewaring niet langer voortgeduurd dan noodzakelijk was, zodat deze op geen moment onrechtmatig is geworden. De rechtbank neemt daar bij in overweging dat eiser op 21 september 2001 is uitgezet. 2.6 Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond en bestaat geen aanleiding om schadevergoeding toe te kennen. 3. Beslissing De rechtbank - verklaart het beroep ongegrond; - wijst het verzoek om schadevergoeding af. Aldus gegeven door mr. W.M. van Schuijlenburg en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. G.G. Doornbos als griffier op 27 september 2001. Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen een week na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (postbus 16113, 2500 BC te ’s-Gravenhage) onder vermelding van ‘Hoger beroep vreemdelingenzaken’. Ingevolge artikel 85 Vw 2000 dient het beroepschrift één of meer grieven tegen de uitspraak te bevatten. Artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. Afschrift verzonden: 27 september 2001.