
Jurisprudentie
AD3687
Datum uitspraak2001-09-18
Datum gepubliceerd2001-09-21
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers133363/KG ZA 01-753/WV
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2001-09-21
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers133363/KG ZA 01-753/WV
Statusgepubliceerd
Uitspraak
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE UTRECHT
VONNIS van de president van de
arrondissementsrechtbank te Utrecht in het kort geding van:
1. [eiser sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
eisers
procureur: mr. B. Tomlow,
advocaat: mr. E.T.J. van Dalen te Groningen,
tegen
1. de stichting met rechtspersoonlijkheid
STICHTING JEUGD EN GEZIN FLEVOLAND,
zetelende te Lelystad,
2. [de directeur van SJG],
wonende te [woonplaats],
gedaagden
procureur: mr. J.H.A. Verschuur,
advocaat: mr. J.J. Jacobse te Lelystad.
1. Het verloop van het geding
1.1. Eisers, hierna te noemen: [eisers], hebben gedaagden, verder te noemen: SJG en [de directeur van SJG], in kort geding doen dagvaarden. Op de dienende dag, 3 september 2001, hebben zij van eis geconcludeerd overeenkomstig de inhoud van het exploot van dagvaarding, waarvan een fotokopie aan dit vonnis is gehecht.
1.2. [eisers] hebben vervolgens bij monde van hun advocaat hun vordering doen toelichten mede aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen en producties. Bij die gelegenheid hebben zij hun eis gewijzigd in die zin dat tussen de woorden in het petitum van de dagvaarding "veroordelen om" en "tot executie" het woord "niet" wordt tussengevoegd. Tegen deze eiswijziging hebben SJG en [de directeur van SJG] geen bezwaar gemaakt.
1.3. SJG en [de directeur van SJG] hebben hierop bij monde van hun advocaat verweer doen voeren mede aan de hand van een overgelegde pleitnotitie en overgelegde producties.
1.4. Na voortgezet debat, waarbij ook enige inlichtingen zijn verschaft door [eisers] in persoon en door [de directeur van SJG] zowel in persoon als in de hoedanigheid van directeur van SJG, hebben partijen vonnis gevraagd.
2. De vaststaande feiten
2.1. SJG is een gezinsvoogdij-instelling. [de directeur van SJG] is statutair directeur van SJG.
2.2. Bij vonnis d.d. 9 mei 2001, hierna te noemen: het vonnis, heeft de president van de rechtbank te Zwolle geoordeeld dat uitlatingen die [eisers] op enkele internetsites met betrekking tot SJG en [de directeur van SJG] hebben gedaan, onrechtmatig jegens laatstgenoemde zijn.
Daarbij heeft de president onder meer overwogen als volgt:
"Voorzover [eisers] zich erop beroepen dat zij over en weer geen verantwoordelijkheid dragen voor de inhoud van hun respectieve sites, alsmede dat op een aantal internetsites, bijvoorbeeld: "http://www15.brinkster.com/jeugd/index2.html" of "http://server3005.freeyellow.com/jeugd.index2.html" of http://server3005.freeyellow.com/jeugd/hilly.html" of "http://www.sdnl.nl./kinderen.htm" weergegeven informatie wereldkundig is gemaakt buiten hun zeggenschap c.q. wetenschap, wordt dit verweer vooralsnog verworpen.
SJG en [de directeur van SJG] hebben - genoegzaam beargumenteerd - aangegeven dat het in redelijkheid niet anders kan dan dat er op zijn minst een gezamenlijke verantwoordelijkheid is voor de sites www.bureau(buro)jeugdzorg.nl en www.voogdij.com, alsmede dat, gelet op de inhoud van de informatie op de overige (gelinkte) sites, [eisers] in elk geval de hand moeten hebben gehad in het doen publiceren daarop van de betreffende, onnodig beledigende uitingen, dan wel dat [eisers] degenen zijn die als rechthebbenden op die sites moeten worden aangemerkt. SJG heeft dienaangaande met in het geding gebrachte produkties - onder meer - gestaafd dat:
- het verweerschrift van [eiser sub 1] ten behoeve van de onderhavige procedure op 20 april 2001 integraal en in exact dezelfde bewoordingen te lezen was op de site van [eiser sub 2], www.voogdij.com, onder de knop "Verweerschrift [eiser sub 2] in Kort Geding [de directeur van SJG] Jeugd en Gezin Flevoland tegen [eiser sub 2]" en dat dienaangaande een directe link was gemaakt met www.bureaujeugdzorg.nl/kind-43.htm;
- op 2 april 2001 bij aanklikken van www.jeugdhulp.com een directe link ontstond met www.voogdij.com;
- op 5 april 2001 bij aanklikken van www.jeugdhulp.com de internetsite http://server3005.freeyellow.com/jeugd/index2.html werd geladen met de reeds van www.jeugdhulp.com bekende beledigingen, alsmede - onder meer - werd geladen met het antecedentenregister dat daarvoor reeds werd gepubliceerd onder http://www15.brinkster.com/jeugd/hilly.html;
- dat op voormelde internetsite http://server3005freeyellow.com/jeugd/index2.html de slechts aan [eisers] in persoon betekende dagvaarding voor de onderhavige procedure is gepubliceerd."
Vervolgens heeft de president onder meer de volgende verboden opgelegd:
"5. Verbiedt [eisers], zowel gezamenlijk als ieder van hen afzonderlijk, na betekening van dit vonnis, terzake van de heer [de directeur van SJG] ongegronde beschuldigen te (doen) publiceren of te vermenigvuldigen, waaronder publicatie op internet, terzake kinderdiefstal, bedreiging, wetteloze praktijken, misbruik van macht en gezag, vrijheidsbeneming/gijzeling/verbergen minderjarige, onttrekking kind aan ouderlijk gezag, misbruik van subsidiegelden jeugdhulpverlening, obstructie en belemmering van de rechtsgang, discriminatie in ambt, bedrijf of beroep, mishandeling, het weigeren van hulp aan kinderen in een acute noodsituatie, afdekken van kindermishandeling, valsheid in geschrifte, gekwalificeerde valsheid, oplichting van de rechter door belangrijke gegevens achter te houden, corruptie en onrechtmatige daad;
6. Verbiedt [eisers], zowel gezamenlijk als ieder van hen afzonderlijk, na betekening van dit vonnis, betrekkelijk de Stichting Jeugd en Gezin Flevoland en haar medewerkers, waaronder begrepen degenen die zitting hebben in één harer organen, ongegronde beschuldigingen te (doen) publiceren, waaronder publicatie op internet, terzake intimidatie, belangenverstrengeling, onzuivere werkwijze(n) en strafrechterlijk verwijtbaar handelen;"
2.3. Bij brieven d.d. 27 juni 2001 hebben SJG en [de directeur van SJG] aan [eisers] medegedeeld dat laatstgenoemden door het doen van bepaalde uitlatingen op de intersites www.jeughulp.org, server3005.freeyellow.com,,www.jeugdhulp.com
(http://server3005.freeyellow.com/jeughulp/hilhorst.html) en www16.brinkster.com in strijd handelden met het vonnis.
2.4. Bij brief d.d. 5 juli 2001 hebben SJG en [de directeur van SJG] aan [eiser sub 2] medegedeeld dat hij door het doen van bepaalde uitlatingen op de internetsite www.voogdij.nl.nu in strijd handelde met het vonnis.
3. Het geschil en de beoordeling ervan
3.1. Voor de volledige inhoud en de grondslagen van de vorderingen wordt verwezen naar de aangehechte dagvaarding en hetgeen onder 1.2 is weergegeven. Kort weergegeven houdt de vordering - zoals gewijzigd - in dat SJG en [de directeur van SJG] veroordeeld worden om niet tot executie van het vonnis over te gaan totdat in het door het van [eisers] ingestelde hoger beroep definitief zal zijn beslist.
3.2. Het verweer van SJG en [de directeur van SJG] komt in het volgende voor zover nodig aan de orde.
3.3. Vooreerst dient in dit kader opgemerkt te worden dat [eisers] - zoals zij ter zitting hebben aangegeven -nadrukkelijk niet aan hun vordering ten grondslag hebben gelegd dat zij met betrekking tot de onder 2.3. en 2.4. bedoelde sites geen dwangsommen verbeuren. Zij beogen met behulp van dit kort geding slechts te bewerkstelligen dat de executie van het gehele vonnis geschorst wordt totdat in het hoger beroep is beslist.
3.4. In dit kort geding moet worden vooropgesteld dat SJG en [de directeur van SJG] in beginsel gerechtigd zijn het vonnis, dat uit uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, jegens [eisers] ten uitvoer te leggen. Slechts indien te dezen sprake zou zijn van misbruik van recht, kan de staking of schorsing van die executie worden bevolen.
3.5. [eisers] hebben ter onderbouwing van hun vordering aangevoerd dat het vonnis een juridische en/of feitelijke misslag bevat, aangezien zij aansprakelijk worden geacht voor de inhoud van internetsites die niet van hen zijn, waarvan zij op geen enkele wijze bij de totstandkoming daarvan zijn betrokken en ook op geen enkele wijze in staat zijn de inhoud van de sites te wijzigen of doen verwijderen.
3.6. Dit betoog wordt verworpen. De president van de rechtbank Zwolle heeft op grond van de inhoud van de litigieuze internetsites en enkele in overweging 4.7 van het vonnis weergegeven omstandigheden overwogen dat [eisers] als rechthebbenden van deze internetsites moeten worden aangemerkt dan wel dat zij de hand hebben gehad in het doen publiceren op deze internetsites van de betreffende uitlatingen en hen aansprakelijk geacht voor de op die internetsites weergegeven informatie. Niet gezegd kan worden dat de president door dit oordeel een evident onjuiste juridische of feitelijke maatstaf heeft aangelegd.
De stelling van [eisers] - zo al juist - dat het verweerschrift van [eiser sub 1] niet op de internetsite van [eiser sub 2] te lezen was (zoals in het vonnis onder 4.7. is overwogen), maar pas door het maken van een zogenaamde doorklik op deze pagina, brengt hierin geen verandering, nu niet valt in te zien hoe deze omstandigheid een wijziging brengt in de strekking van hetgeen de president onder 4.7. heeft overwogen.
Dat [eisers] niet kunnen instemmen met de constatering van de president dat de publicatie van bepaalde uitlatingen op de litigieuze internetsites op enigerlei wijze aan hen kan worden toegerekend is in dit kort geding voldoende duidelijk geworden. Dit kan hen echter niet baten. De rechter die het executiegeschil beoordeelt is immers gebonden aan de beslissingen die de rechter die het geschil heeft beoordeeld, heeft gegeven, ongeacht of daartegen nog een rechtsmiddel kan worden aangewend. Misbruik van recht mag dan ook niet worden aangenomen op grond van feiten en omstandigheden die die rechter reeds in zijn vonnis heeft betrokken. Dit betekent dat de vraag of de feiten en omstandigheden van het geval de conclusie rechtvaardigen dat [eisers] aansprakelijk zijn voor de publicatie op de litigieuze internetsites in het aanhangige hoger beroep beantwoord zal moeten worden.
3.7. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
3.8. [eisers] zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van het geding worden veroordeeld.
4. De beslissing
De president:
4.1. wijst de vordering af;
4.2. veroordeelt [eisers] in de kosten van dit geding tot aan deze uitspraak aan de zijde van SJG begroot op fl. 1.550,-- (éénduizend vijfhonderdvijftig gulden) voor salaris van hun procureur en of fl. 400,-- (vierhonderd gulden) exclusief BTW voor verschotten;
4.3. verklaart onderdeel 4.2. van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.M.E. van der Burg - van Geest, fungerend president, en is in het openbaar uitgesproken op 18 september 2001.