inloggen / registreer

Jurisprudentie

AD2906

Datum uitspraak2001-08-30
Datum gepubliceerd2001-08-30
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers705/01
Statusgepubliceerd

Uitspraak

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER ARREST van 30 augustus 2001 in de zaak onder rekestnummer 705/01 van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid OCEAN WARRIOR B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, APPELLANTE, procureur: mr. J.W. van Rijswijk. 1. Het geding in hoger beroep 1.1 Appellante -Ocean Warrior- is bij per fax op 2 augustus 2001 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift in hoger beroep gekomen van het vonnis van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 25 juli 2001 onder faillissementsnummer 01.285, waarbij de - bij vonnis van 29 mei 2001 - aan Ocean Warrior voorlopig verleende surséance van betaling werd ingetrokken en Ocean Warrior in staat van faillissement werd verklaard met benoeming van mr. T.G. van der Schroeff, rechter in voornoemde rechtbank, tot rechter-commissaris en aanstelling van mr. J. Lensink, advocaat en procureur te Amsterdam, tot curator. 1.2 Het verzoek is in raadkamer behandeld op 21 en 24 augustus 2001. Bij die behandeling zijn verschenen de heer B. de Jong, namens Ocean Warrior, bijgestaan door mr. D. van Kampen, advocaat te Utrecht, alsmede de curator voornoemd. 2. De gronden van de beslissing 2.1 Op grond van de inhoud van de schriftelijke stukken en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen, wordt het volgende overwogen. 2.2 Gezien het feit dat Ocean Warrior er tot op heden niet in is geslaagd om over de toegezegde financiële middelen te beschikken, is het hof van oordeel dat het vooruitzicht niet bestaat dat Ocean Warrior na verloop van tijd haar schuldeisers zal kunnen bevredigen. 2.3 Mitsdien dient het hoger beroep te worden verworpen. 3. De beslissing Het hof: bekrachtigt het vonnis waarvan beroep. Gewezen door mrs. Chorus, Rodenburg en Heuveling van Beek en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Hof van 30 augustus 2001.