Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AD1397

Datum uitspraak2001-08-29
Datum gepubliceerd2001-08-29
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers132359/KG ZA 01-660/WV
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Kort-gedingnr.132359/KG ZA 01-660/WV 28 augustus 2001 ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE UTRECHT VONNIS van de president van de arrondissementsrechtbank te Utrecht in het kort geding van: de vennootschap onder firma Via Milia V.O.F., gevestigd te Haaren (Noord-Brabant), e i s e r e s, procureur: mr. A. van Londen, - t e g e n - gedaagde, handelende onder de naam Milia Broekman, wonende te Houten g e d a a g d e, advocaat : mr. S. Došljak te Amsterdam. 1. Het verloop van het geding 1.1. Eiseres, hierna te noemen: Via Milia, heeft gedaagde in kort geding doen dagvaarden. Op de dienende dag, 14 augustus 2001, heeft zij van eis geconcludeerd overeenkomstig de inhoud van het exploot van dagvaarding, waarvan een fotokopie aan dit vonnis is gehecht. 1.2. Via Milia heeft vervolgens bij monde van haar gemachtigde, mr. L.A. Weltje, haar vordering doen toelichten mede aan de hand van een overgelegde pleitnotitie en overgelegde producties. Bij die gelegenheid heeft Via Milia haar eis gewijzigd in die zin dat zij tevens vordert dat gedaagde veroordeeld wordt een bedrag van f. 1702,30 in verband met werkzaamheden van een merkenbureau te voldoen. Tegen deze eiswijziging heeft gedaagde bezwaar gemaakt. 1.3. Gedaagde heeft hierop bij monde van haar advocaat verweer doen voeren mede aan de hand van een overgelegde pleitnota en overgelegde producties. 1.4. Na voortgezet debat, waarbij ook enige inlichtingen zijn verschaft door S.M. van den Elzen, vennoot van eiseres en door gedaagde in persoon, hebben partijen vonnis gevraagd. 2. De vaststaande feiten 2.1. Via Milia drijft een onderneming die zich onder meer bezig houdt met het ontwerpen van websites en het adviseren en geven van trainingen met betrekking tot het presenteren van ondernemingen op het internet. Zij presenteert zich op het internet onder de domeinnaam "viamilia.com". De eerste pagina van de website www.viamilia.com is hieronder weergegeven: [afbeelding] 2.2. Gedaagde is eigenaresse van een eenmanszaak die zich onder meer bezig houdt met het illustreren en ontwerpen van websites. Voor het presenteren van haar onderneming op het internet maakt gedaagde gebruik van de domeinnaam "milia.nl". Voorts heeft zij de domeinnamen "imilia","i-milia" en "e-milia" geregistreerd. De eerste pagina van de website www.milia.nl is hieronder weergegeven: [afbeelding] 2.3. Op 27 juli 1999 heeft Via Milia het woordmerk "VIA MILIA" gedeponeerd bij het Benelux-Merkenbureau voor de klassen 35 (reclame), 41 (opvoeding) en 42 (automatiseringsdiensten). 3. Het geschil en de beoordeling ervan 3.1. Ten aanzien van het bezwaar van gedaagde tegen de eiswijziging overweegt de president dat - nu deze eisvermeerdering van beperkte omvang is en van ondergeschikt belang - gedaagde door deze eiswijziging niet onredelijk in haar verdediging wordt bemoeilijkt. Het bezwaar tegen de eiswijziging wordt dan ook afgewezen. 3.2. Voor de volledige inhoud en de grondslagen van de vordering wordt verwezen naar de aangehechte dagvaarding en hetgeen onder 1.2 is weergegeven. Kort weergegeven houdt de vordering - zoals gewijzigd - in: a. dat gedaagde bevolen wordt het gebruik van de domeinnamen "milia.nl", "i-milia.nl", "imilia.nl" en "e-milia.nl" te staken en gestaakt te houden; b. dat gedaagde bevolen wordt te bewerkstelligen dat de domeinregistraties van voormelde domeinnamen op naam worden gezet van Via Milia; c. dat gedaagde bevolen wordt al het mogelijke te doen opdat deze domeinnamen worden verhuisd naar de provider van Via Milia dan wel naar de provider van een door Via Milia aan te wijzen rechtspersoon; d. dat gedaagde bevolen wordt een afschrift van alle in het kader van vorenbedoelde overdracht te voeren correspondentie aan de gemachtigde van Via Milia te zenden; e. dat de president bepaalt dat zijn vonnis dezelfde kracht heeft als het verzoek van gedaagde op grond van artikel 13 van het Reglement van de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland; f. dat gedaagde veroordeeld wordt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van f. 1.487,50; g. dat gedaagde veroordeeld wordt de factuur te voldoen van een merkenbureau dat namens Via Milia werkzaamheden in de onderhavige zaak heeft verricht. 3.3. Het verweer van gedaagde komt in het volgende voor zoveel nodig aan de orde. 3.4. Via Milia heeft ter onderbouwing van haar vorderingen aangevoerd dat gedaagde door het registreren en gebruiken van de domeinnaam "milia.nl" (en het registreren van de domeinnamen "i-milia.nl", "imilia.nl" en "e-milia.nl") inbreuk maakt op het door haar gedeponeerde woordmerk VIA MILIA. 3.5. Vooropgesteld wordt - ter voldoening aan het bepaalde in artikel 37 BMW - dat de president van deze rechtbank bevoegd is tot kennisneming van de vorderingen, voor zover deze op het merkenrecht zijn gebaseerd, nu gedaagde in dit arrondissement woonachtig is. 3.6. Niet in geschil is dat domeinnamen slechts eenmaal worden uitgereikt, te weten aan degene die de domeinnaam het eerst doet registreren (en haar rechtsopvolgers). Deze persoon is daarmee in beginsel de rechthebbende op de domeinnaam geworden. Dit lijdt echter uitzondering, indien in rechte wordt geoordeeld dat door de registratie inbreuk wordt gemaakt op de merkrechten en/of handelsnaamrechten van een andere partij, danwel anderszins geoordeeld moet worden dat sprake is van onrechtmatig handelen door de eerst-registrerende partij. 3.7. Naar het oordeel van de president bezit het merk van Via Milia voldoende onderscheidend vermogen om voor merkenrechtelijke bescherming in aanmerking te komen. De combinatie van een wèl (VIA) en een niet bestaand Nederlands woord (MILIA) is voldoende om het publiek in staat te achten de diensten van Via Milia te onderscheiden van anderen. 3.8. Het overeenstemmende bestanddeel tussen het merk van Via Milia en het door gedaagde gebruikte teken vormt het woord "MILIA". Onder het merk respectievelijk het teken worden naar het oordeel van de president - anders dan gedaagde heeft gesteld - soortgelijke diensten aangeboden. Beide partijen houden zich in hoofdzaak bezig met het zogenaamde "webdesign" (het ontwerpen van een website). Weliswaar biedt Via Milia onder haar woordmerk ook nog andere diensten aan (zoals het verzorgen van trainingen en advisering op het gebied van de presentatie van een onderneming op het internet), maar deze diensten hangen zo sterk samen met het ontwerpen van een website dat het publiek deze diensten en de diensten die door gedaagde worden aangeboden, zullen rekenen tot dezelfde categorie. 3.9. Vervolgens dient beoordeeld te worden of de mogelijkheid bestaat dat bij iemand die met het teken MILIA wordt geconfronteerd, associaties met het merk VIA MILIA worden gewekt, dit laatste overeenkomstig de wijze waarop dit criterium nader is uitgewerkt door het Hof van Justitie van de EG inzake Puma/Sabèl (arrest van 11 november 1997, NJ 1998,523). 3.10. Ten eerste is in deze van belang dat het publiek dat het merk dan wel het teken in een internet-browser invoert als domeinnaam (respectievelijk www.viamilia.com en www.milia.nl), geconfronteerd wordt met beginpagina’s die wezenlijk van elkaar verschillen. Niet alleen blijkt uit deze pagina’s heel duidelijk dat de bedrijfsactiviteiten van gedaagde zich beperken tot het vormgevende aspect van het presenteren van een bedrijf op het internet, terwijl dit aspect van de bedrijfsactiviteiten van Via Milia slechts een onderdeel vormt. Tevens is het teken MILIA op de beginpagina van de website van gedaagde expliciet gekoppeld aan het woord BROEKMAN, zodat het potentiële klanten in één oogopslag duidelijk is dan wel zou moeten zijn dat zij op een website zijn beland van een andere onderneming dan die van Via Milia. Aan de door Via Milia overgelegde brief van een cliënt van Via Milia (de heer Van Aspert) komt in dit verband onvoldoende gewicht toe, aangezien de in deze brief beschreven verwarring - door het ontbreken van soortgelijke verklaringen van derden - als een incident moet worden beschouwd. 3.11. Voorts is in deze van belang dat het in aanmerking komende publiek bestaat uit personen die in het kader van hun bedrijfsvoering op zoek zijn naar een onderneming die zijn/haar bedrijf op het internet kan presenteren. Van dergelijke personen mag men in ieder geval verwachten dat zij bij het vergaren van informatie via het internet over dergelijke ondernemingen oplettender zijn dan het gemiddelde publiek dat van het internet gebruik maakt. 3.12. Uit het voorgaande leidt de president af dat van verwarringgevaar in het onderhavige geval onvoldoende is gebleken. Dit betekent dat de onder 3.4 weergegeven stelling wordt afgewezen. 3.13. Voorts heeft Via Milia betoogd dat gedaagde door het gebruik van de domeinnaam "milia.nl" (en het registreren van de domeinnamen "i-milia.nl", "imilia.nl" en "e-milia.nl") inbreuk maakt op het recht van Via Milia op de handelsnaam "VIA MILIA". 3.14. Nu - zoals hier reeds is overwogen - niet gebleken is dat er in het onderhavige geval sprake is van verwarringgevaar, dient ook deze stelling te worden afgewezen. 3.15. De vorderingen zullen worden afgewezen. 3.16. Via Milia zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van dit geding worden veroordeeld. 4. De beslissing De president: 4.1. wijst de vorderingen af; 4.2. veroordeelt Via Milia in de kosten van dit geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagde begroot op f. 1.000,-- (éénduizend gulden) voor salaris van haar advocaat en op f. 400,-- (vierhonderd gulden) exclusief BTW voor verschotten; 4.3. verklaart onderdeel 4.2 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schepen, fungerend president, en is in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2001.