Jurisprudentie
AB2845
Datum uitspraak2001-06-25
Datum gepubliceerd2001-07-26
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers99/0895
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2001-07-26
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof 's-Hertogenbosch
Zaaknummers99/0895
Statusgepubliceerd
Uitspraak
BELASTINGKAMER
Nr. 99/0895
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK
Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, tiende enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X B.V. te Z (hierna: de belanghebbende) tegen de door het hoofd van de eenheid Particulieren/Ondernemingen P van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) gedane uitspraak van 15 februari 1999 op het bezwaarschrift betreffende de aan haar opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting over het jaar 1995 met nummer .
De mondelinge behandeling
Deze heeft plaatsgevonden in raadkamer ter zitting van het Hof van 11 juni 2001 te R. Aldaar zijn verschenen en gehoord namens de belanghebbende, A, fiscaal jurist alsmede, namens de Inspecteur, B.
Na de behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 25 juni 2001, de volgende mondelinge uitspraak gedaan.
De beslissing
Het Hof:
· vernietigt de bestreden uitspraak;
· vermindert de aanslag tot één naar een belastbaar bedrag van fl. 478.740,=;
· veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van de belanghebbende tot een bedrag van fl. 2.840,= en wijst de Staat der Nederlanden aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden; en
· gelast dat door de Inspecteur aan de belanghebbende het door deze gestorte griffierecht ad fl. 85,= wordt vergoed.
De gronden voor de beslissing
1. In geschil is of de belasting over het jaar 1995 dient te worden geheven alsof X International BV is opgegaan in X BV in de zin van artikel 15 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet VpB 1969).
2. Bij brief van 11 september 1995 heeft de gemachtigde namens X BV en X International BV verzocht om toepassing van het regime van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting vanaf 1 januari 1995. De Inspecteur heeft bij zijn brief d.d. 19 oktober 1995 het verzoek, onder het stellen van voorwaarden vermeld in bijlage B6, ingewilligd per 1 januari 1995. Op 26 oktober 1995 hebben X BV en X International BV schriftelijk verklaard accoord te gaan met de gestelde voorwaarden.
3. Uit de notulen van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van X International BV, gehouden op 18 december 1995, blijkt dat het voorstel tot het plaatsen van zes aandelen bij C BV met algemene stemmen is aangenomen. Op 21 december 1995 heeft X International BV een aangifte kapitaalsbelasting voor een bedrag van fl. 6,= verzonden aan de eenheid Registratie & Successie van de rijksbelastingdienst te Q. Het bedrag van fl. 6,= is op 3 januari 1996 voldaan. D BV, een vennootschap waarvan de gemachtigde aandeelhouder is, heeft namens C BV op 27 december 1995 fl. 600,= gestort op de bankrekening van X International BV. Eind 1995 heeft X BV de eigendom van enkele panden te Ulvenhout overgedragen aan X International BV, waarbij een boekwinst is behaald van fl. 167.820,=. X International BV heeft in 1991 op de voet van artikel 8 Wet VpB 1969 jo 14 Wet IB 1964 een vervangingsreserve gevormd ter grootte van fl. 479.756,=.
4. Uit de notulen van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van X International BV, gehouden op 18 november 1996, blijkt dat het voorstel tot uitgifte van zes aandelen, alle nominaal groot éénhonderd gulden, te nummeren van 551 tot en met 556, aan C BV tegen een koers van 100%, onder de verplichting van C BV deze aandelen vol te storten in geld, met algemene stemmen is aangenomen. Uit de notulen blijkt voorts dat de algemene vergadering van aandeelhouders de voorzitter machtigt die handelingen te verrichten welke nodig zijn ter effectuering van het voornoemde voorstel.
5. Bij schriftelijke overeenkomst van 18 november 1996 verkoopt C BV aan X BV zes aandelen a fl. 100,=, nummer 551 tot en met 556, voor een prijs van fl. 600,=. In artikel 2 van deze overeenkomst is bepaald dat alle lusten en lasten, met uitzondering van het recht op nog niet vastgestelde dividenden over het lopende boekjaar, met ingang van 18 november 1996 voor rekening van X BV zijn. In artikel 4 van deze overeenkomst verbinden partijen zich ertoe mee te werken aan het verlijden van de akte van levering van de aandelen ten overstaan van notaris E.
6. Artikel 4, derde lid van de statuten van X International BV bepalen het volgende: ‘Bij de uitgifte van aandelen heeft iedere aandeelhouder een recht van voorkeur naar evenredigheid van het gezamenlijk bedrag van zijn aandelen, behoudens het bepaalde in de wet. Het recht van voorkeur is niet overdraagbaar.’ In december 1996 heeft X BV afstand gedaan van haar statutaire voorkeursrecht met betrekking tot de aan C BV te emitteren aandelen, nominaal fl. 100,=, nummer tot en met .
7.1. Bij een akte van 31 december 1996 ten overstaan van voornoemde notaris zijn door X International BV zes aandelen, nominaal elk fl. 100,=, nummer tot en met , tegen een koers van 100% geëmitteerd aan C BV, onder de verplichting van deze vennootschap deze aandelen vol te storten. In de akte wordt vermeld, dat X International BV de storting op de aandelen heeft ontvangen en dat zij C BV hiervoor kwijting verleent.
7.2. Ter uitvoering van de onder 5 genoemde overeenkomst van 18 november 1996 zijn bij akte van levering d.d. 31 december 1996 ten overstaan van voornoemde notaris zes aandelen in het aandelenkapitaal van X International BV, nummer tot en met , geleverd door C BV aan X BV.
8.1. Het resultaat van X International BV over het jaar 1994 ter grootte van fl. 15.631,= is ten titel van dividend uitgekeerd aan X BV.
8.2. Het resultaat van X International BV over het jaar 1995 ter grootte van fl. 12.630,= is ten titel van dividend uitgekeerd aan X BV.
8.3. Het resultaat van X International BV over het jaar 1996 ter grootte van fl. 7.827,= is voor een bedrag van fl. 7.670,= ten titel van dividend uitgekeerd aan X BV en voor een bedrag van fl. 157,= ten titel van dividend aan C BV.
9.1. Naar het oordeel van het Hof is C BV met het op de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van X International BV op 18 december 1995 aangenomen voorstel tot uitgifte van zes aandelen aan C BV vooralsnog geen houder van aandelen in het aandelenkapitaal van X International BV geworden. C BV is naar het oordeel van het Hof, mede gelet op artikel 2:196, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek, eerst aandeelhouder geworden bij de onder 7.1 bedoelde akte, waarbij zes aandelen, nummer tot en met , tegen een koers van 100% bij C BV zijn geplaatst.
9.2. Hieraan doet niet af, dat namens C BV op 27 december 1995 fl. 600,= is gestort op de bankrekening van X International BV, omdat deze storting naar het oordeel van het Hof moet worden aangemerkt als een vooruitbetaling van de op de te emitteren aandelen te storten gelden.
9.3. Voor zover de belanghebbende heeft betoogd dat met de hiervoor onder 9.2 bedoelde storting er door C BV informeel kapitaal is gestort, overweegt het Hof, dat dit niet ten gevolge zou hebben dat niet meer alle aandelen van X International BV in het bezit zijn van X BV in de zin van artikel 15 Wet VpB 1969. Immers, ten eerste kan een persoon die geen houder is van aandelen in het geplaatste kapitaal van een vennootschap geen informeel kapitaal verstrekken (vergelijk onder meer: arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 oktober 1992, nummer 27 476, onder andere gepubliceerd in BNB 1993/32). Ten tweede, ook al zou het zo zijn dat C BV informeel kapitaal zou hebben verstrekt - hetgeen gelet op de vorige volzin zich in casu niet kan voordoen - dan nog zou zij niet op grond daarvan als houder van aandelen in het kapitaal van X International BV kunnen worden aangemerkt (vergelijk onder meer: arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 28 juni 1995, nummer 30 439, onder andere gepubliceerd in BNB 1995/271*).
9.3. Aan het oordeel van het Hof onder 9.1 doet evenmin af, dat op 21 december 1995 een aangifte kapitaalsbelasting is gedaan ter grootte van fl. 6,= nu niet is gesteld noch is gebleken dat de Inspecteur zich naar aanleiding van deze aangifte bewust een oordeel heeft gevormd of had moeten vormen over de vraag of er eind 1995 sprake was van een storting van (informeel) kapitaal door C BV. Ook ten aanzien van het feit, dat de Inspecteur bij de vaststelling van de aanslag over het jaar 1997 ten name van C BV overeenkomstig de gedane aangifte vennootschapsbelasting 1997 het onder 8.3 vermelde dividend in de belastbare winst heeft begrepen en de ingehouden dividendbelasting heeft verrekend geldt dat dit niet aan het oordeel van het Hof onder 9.1 afdoet, nu niet is gesteld noch is gebleken dat de Inspecteur zich naar aanleiding van deze aangifte bewust een oordeel heeft gevormd of had moeten vormen over de vraag of er eind 1995 sprake was van een storting van (informeel) kapitaal door C BV.
10.1. De belanghebbende, die stelt dat het economische belang van de aandelen in X International BV in 1995 niet geheel bij X BV berustte, heeft deze stelling niet aannemelijk gemaakt. Het Hof neemt daarbij hetgeen in 10.2 en 10.3 wordt overwogen in aanmerking.
10.2. Niet gesteld noch gebleken is, dat X BV het economische belang op de haar in eigendom toebehorende aandelen in X International BV geheel of ten dele heeft overgedragen aan C BV.
10.3.1. Uit het op de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van X International BV op 18 december 1995 aangenomen voorstel tot uitgifte van zes aandelen aan C BV volgt naar het oordeel van het Hof evenmin, dat C BV het economische belang heeft verkregen van aandelen in het kapitaal van X International BV.
10.3.2. Ten eerste zijn de hiervoor bedoelde zes aandelen pas geplaatst op 31 december 1996, zodat er tot die datum geen sprake van kan zijn dat C BV het economische belang bij die, nog te plaatsen, aandelen in het kapitaal van X International BV had. Hieraan doet niet af, dat op 29 december 1997 over 1996 een bedrag van fl. 157,= ten titel van dividend ter beschikking is gesteld aan C BV. Daargelaten of dit bedrag, zoals de belanghebbende in haar pleitnota stelt, betrekking zou hebben op de periode 27 december 1995 tot en met 31 december 1996 en daargelaten of op 29 december 1997 door X International BV wel dividend aan C BV ter beschikking kon worden gesteld, C BV was immers toentertijd geen aandeelhouder, volgt uit deze terbeschikkingstelling op 29 december 1997 niet dat gedurende het jaar 1995 het economische belang van de geplaatste aandelen in het kapitaal van X International BV niet geheel bij X BV berustte.
10.3.3. Ten tweede overweegt het Hof, dat C BV in 1995 aan de notulen van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van X International BV op 18 december 1995, mede gelet op het in artikel 4 van de statuten van X International BV opgenomen recht van voorkeur voor X BV, niet enig in rechte afdwingbaar recht kon ontlenen op (uitkering van) winst van X International BV.
11. Gelet op hetgeen het Hof hiervoor onder 10 heeft overwogen, heeft C BV het economische belang van de op 31 december 1996 geplaatste zes aandelen, nummer tot en met , niet reeds in 1995 verkregen (vergelijk: arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 10 januari 2001, nummer 36 109, onder meer gepubliceerd in V-N 2001/6.20).
12. Uit het onder 9 tot en met 11 overwogene volgt, dat alle aandelen in X International BV gedurende het gehele jaar 1995 in het bezit zijn geweest van X BV in de zin van artikel 15 Wet VpB 1969. Nu X BV en X International BV de door de Inspecteur in zijn brief d.d. 19 oktober 1995 gestelde voorwaarden op 26 oktober 1995 schriftelijk hebben aanvaard, dient de belasting te worden geheven alsof X International BV is opgegaan in X BV.
13.1. De belastbare winst kan als volgt worden bepaald op fl. 478.740,=:
X BV X International BV Resultaat fiscale eenheid
Fiscaal resultaat 1995: 161.389 500.802 (inclusief vervangingsreserve) 662.191
Eliminatie boekwinst panden: -/- 167.820 -/- 167.820
Eliminatie dividend 1994: -/- 15.631 -/- 15.631
Eliminatie onderlinge rente: +/+ 21.710 -/- 21.710 0
Winst: -/- 352 479.092
Belastbare winst fiscale eenheid: 478.740
13.2. Voor het geval dat het Hof tot het oordeel zou komen als onder 12 vermeld hebben partijen desgevraagd medegedeeld, dat, in afwijking van de door hen (in de gedingstukken) ingenomen standpunten en gelet op de aangifte vennootschapsbelasting 1995 ten name van X International BV (bijlage 15 bij het vertoogschrift), voor de verliesverrekening binnen de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting in het onderhavige jaar geen correctie op de voet van punt 5.1, derde alinea, onderdeel b van de resolutie van 30 september 1991, nr. DB91/2309, BNB 1991/329 in aanmerking dient te worden genomen. De verliezen van X BV uit de jaren tot en met 1994 kunnen derhalve in het onderhavige jaar niet worden verrekend, zodat het belastbare bedrag moet worden vastgesteld op fl. 478.740,=.
14. De klacht van de belanghebbende, dat de Inspecteur niet binnen één jaar na ontvangst van het bezwaarschrift uitspraak heeft gedaan zoals is voorgeschreven in artikel 25 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen kan haar niet baten, nu overschrijding van deze termijn ingevolge artikel 6:2, aanhef, onderdeel b Algemene wet bestuursrecht slechts tot gevolg heeft dat de belanghebbende eerder in beroep had kunnen komen dan zij nu heeft gedaan.
De proceskosten
Nu het gelijk deels aan de zijde van de belanghebbende is en bijzondere omstandigheden niet zijn gesteld of gebleken, acht het Hof termen aanwezig de Inspecteur te veroordelen in de kosten die de belanghebbende in verband met de behandeling van dit beroep bij het Hof in redelijkheid heeft moeten maken. Het Hof stelt deze kosten, met inachtneming van het bepaalde in het Besluit proceskosten fiscale procedures, op 2 (punten) x fl. 710,= (waarde per punt) x 2 (gewicht van de zaak) is fl. 2.840,=.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.
Aldus vastgesteld op 25 juni 2001 door P. Fortuin, lid van voormelde kamer, in tegenwoordigheid van A.W.J. Strik, waarnemend-griffier, en op die dag in het openbaar uitgesproken.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden
op: 3 juli 2001
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).
Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor de belanghebbende f 150,--.
Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van ƒ 150,-- verschuldigd.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.