Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AB1401

Datum uitspraak2001-05-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers17/080196-00
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Arrondissementsrechtbank Leeuwarden Sector strafrecht VERKORT VONNIS Uitspraak: 1 mei 2001 Parketnummer: 17/080196-00 VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte: [verdachte], geboren op 1964 te [geboortegemeente], wonende te [adres en woonplaats], thans gedetineerd in het Huis van Bewaring, Huib van Doornestraat 15 te Zwolle. De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 20 maart 2001 en van 24 april 2001. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.A. de Boer, advocaat te Workum. TELASTELEGGING Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen. In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht het primair telastegelegde bewezen, met dien verstande dat: primair: hij op 20 september 2000 te Sint Nicolaasga, in de gemeente Skarsterlân, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg in zijn, door hem, verdachte, en voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] bewoonde woning (gelegen bij [straatnaam] aldaar) een hoeveelheid benzine over een vensterbank en over de vloer heeft uitgegoten en vervolgens voornoemde vensterbank en voornoemde vloer in brand heeft gestoken, althans met open vuur in aanraking heeft gebracht en een brand heeft doen ontstaan in voornoemde woning, zulks terwijl hij, verdachte, wist dat op dat moment voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], onwetend van de door hem voorgenomen brandstichting, zich op de bovenverdieping van voornoemde woning, althans zich elders in voornoemde woning, bevonden en vervolgens nadat er brand was ontstaan in de woning H.J. Kruis, hoofdagent van politie, heeft belemmerd bij zijn handelingen om voornoemde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in veiligheid te brengen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. KWALIFICATIE Het bewezene levert op het misdrijf: primair: Poging tot moord. STRAFBAARHEID VERDACHTE De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken. STRAFMOTIVERING De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking: - de aard en de ernst van het gepleegde feit; - de omstandigheden waaronder dit is begaan; - de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en het voorlichtingsrapport, alsmede een briefrapport, d.d. 9 oktober 2000 opgesteld door F.P.J. van Soeren, psychiater, en een rapport omtrent de geestvermogens van verdachte, d.d. 8 maart 2001 opgesteld door J.H. Scheffer, zenuwarts, en K.M. ten Brinck, psycholoog, beiden werkzaam bij het Pieter Baan Centrum; - de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het primair telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren en ter beschikking stelling, met als voorwaarde dat verdachte zich zal laten opnemen in het FPK te Assen en zich daar zal laten behandelen, met aansluitend ambulante behandeling Verdachte heeft brand gesticht in zijn woning opdat zijn naaste familieleden, die zich in de woning bevonden, zouden omkomen. Naar zijn zeggen was verdachte van plan om ook zelf het vuur in te gaan. Gelukkig heeft dit familiedrama geen levens gekost dankzij vroegtijdig optreden van de politie. Het behoeft echter geen betoog dat de rechtsorde door het bewezenverklaarde ernstig is geschokt. Verdachte is daarvoor verantwoordelijk. Het Pieter Baan Centrum concludeert dat verdachte te kampen heeft met incidentele driftdoorbraken in een toestand van gevoelsdissociatie, op grond waarvan het feit hem in verminderde mate kan worden toegerekend. De kans op recidive wordt aanwezig geacht indien geen behandeling plaatsvindt. Daarom is de maatregel van terbeschikkingstelling geadviseerd. Verdachte heeft er blijk van gegeven zich goed bewust te zijn van het onaanvaardbare van zijn handelen en lijkt zeer gemotiveerd om de behandelingen te ondergaan die nodig zijn om recidive te voorkomen. Overeenkomstig eerdergenoemd advies zal tbs met voorwaarden worden opgelegd. Daarnaast is een gevangenisstraf geïndiceerd. Bij de bepaling van de duur daarvan heeft de rechtbank meegewogen het belang dat zo spoedig mogelijk een aanvang zal worden gemaakt met de behandeling. Dat is met name ook in het belang van de familieleden die het slachtoffer waren van verdachtes handelen, want zij hebben zich met hem verzoend en hebben aangedrongen op hulp aan verdachte opdat weer een normaal gezinsleven kan plaatshebben. TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38, 45 en 289 van het Wetboek van Strafrecht. DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT RECHTDOENDE: Verklaart het primair telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar. Veroordeelt verdachte te dier zake tot: Een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden. Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden: 1. dat de veroordeelde zich laat opnemen en behandelen in de Forensisch Psychiatrische Kliniek te Assen en zich aansluitend ambulant zal laten behandelen; 2. dat de veroordeelde zich gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens Reclassering Nederland, arrondissement Leeuwarden, of een andere reclasseringsinstelling. Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen. Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij. Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Duinkerken, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. H.R. Bax, rechters, bijgestaan door mr. H.A. Attema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 mei 2001. Mr. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.