
Jurisprudentie
AB1324
Datum uitspraak2001-04-26
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers73694 / KG ZA 01-258
Statusgepubliceerd
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers73694 / KG ZA 01-258
Statusgepubliceerd
Uitspraak
Arrondissementsrechtbank te Arnhem
Sector civiel recht
Zaak/rolnummer: 73694 / KG ZA 01-258
Datum uitspraak: 26 april 2001
66149 / KG ZA 00-614Zaak/rolnummer: 66149 / KG ZA 00-614
Vonnis
in kort geding
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
EVO ondernemersorganisatie voor logistiek en transport,
gevestigd te Zoetermeer,
eiseres bij dagvaarding van 26 april 2001
,
procureur mr. J.C.N.B. Kaal te Arnhem,[advocaat_eisers]
[eiser_verz_naam_advocaat_1][eiser_verz_plaats_advocaat_1]
advocaat mr. S.F. Sagel te ‘s-Gravenhage,
tegen
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
nederlandse vakbond varkenshouders,
gevestigd te Barneveld,
gedaagde
,
procureur mr. J.C.N.B. Kaal te Arnhem,[advocaat_eisers]
[eiser_verz_naam_advocaat_1][eiser_verz_plaats_advocaat_1]
advocaat mr. S.M. Evers te Zutphen.
2. J.A. BROK,
wonende te Enter, gemeente Wierden,
procureur mr. J.M. Bosnak te Arnhem,
advocaat mr. B.J.M. van Meer te Arnhem.
gedaagden
.
Partijen worden hierna aangeduid als EVO, NVV en Brok.
1. Het verloop van de procedure
EVO heeft NVV en Brok ter zitting in kort geding doen dagvaarden en bij mondelinge conclusie van eis gevorderd als weergegeven in de dagvaarding. Ter zitting heeft EVO haar eis gewijzigd - waartegen NVV en Brok zich niet hebben verzet - in die zin dat zij vordert het vonnis op alle dagen en uren te mogen betekenen als bedoeld in artikel 14 lid 3 Rv. Voorts heeft zij onderdeel D van de uitgebrachte dagvaarding laten vervallen. NVV en Brok hebben geconcludeerd tot weigering van de gevorderde voorzieningen. De advocaten van partijen hebben de zaak bepleit. Daarbij heeft de advocaat van EVO producties in het geding gebracht. Tenslotte hebben partijen vonnis gevraagd. De beslissing van de president is dezelfde dag uitgesproken. De overwegingen waarop de beslissing stoelt, zijn heden aan partijen ter beschikking gesteld.
2. De vaststaande feiten
2.1. Op grond van de stellingen van partijen en de inhoud van de producties - alles voor zo-ver niet dan wel onvoldoende weer-spro-ken - staat voors-hands het vol-gende vast.
2.2. EVO is de belangenorganisatie van circa 34.000 Nederlandse verladers, ontvangers en eigen vervoerders. EVO vertegenwoordigt niet alleen wegvervoerders, maar ook vervoerders over water, spoor en door de lucht. De NVV is de belangenvereniging van varkenshouders. Brok is voorzitter van de NVV in de regio Twente.
2.3. Op vrijdag 20 april 2001 zijn in Twente acties gevoerd door varkenshouders tegen de opkoopregeling die de minister van Landbouw in het kader van de MKZ-crisis heeft voorgesteld. Tijdens deze acties hebben de varkenshouders openbare wegen in Twente tijdelijk geblokkeerd.
2.4. Bij fax van 17 april 2001 heeft EVO aan de NVV bericht dat zij het blokkeren van wegen een onacceptabel middel van protest achten. EVO heeft bij fax van 23 april 2001 de NVV met klem verzocht af te zien van geplande blokkadeacties en erop gewezen dat zij alle schade tengevolge van het optreden van NVV-leden op de NVV zal verhalen.
2.5. Op 25 en 26 april 2001 zijn berichten verschenen in de landelijke pers over mogelijke acties van leden van de NVV door het hele land op vrijdag 27 april 2001 in de vorm van verkeersblokkades van openbare wegen en andere verkeersbelemmerende maatregelen.
3. Het geschil en de beoordeling daarvan
3.1. EVO is van mening dat de aangekondigde acties onrechtmatig zijn jegens haar, aangezien zij een groot belang heeft bij een goede doorstroming van het verkeer op de Nederlandse wegen. Zij stelt dat haar leden grote schade zullen lijden tengevolge van de landelijke acties. Nu NVV en Brok hebben opgeroepen tot deze acties, handelen zij onrechtmatig jegens haar.
3.2. EVO vordert:
A. Gedaagden te veroordelen om met alle hun daartoe ten dienste staande middelen te bewerkstelligen dat (I) de aangekondigde acties, waaronder wegblokkades en alle andere verkeersbelemmerende acties zoals het stapvoets rijden met tractoren en andere voertuigen, op de openbare weg, geen doorgang zullen vinden en dat (II) ook geen andere verkeersbelemmerende acties, zoals blokkades van spoor- en / of waterwegen, zullen plaatsvinden.
B. Gedaagden te veroordelen om binnen 4 uur na betekening van dit vonnis de leden van de NVV op te roepen de aangekondigde acties niet uit te voeren, onder meer door een oproep daartoe te plaatsen op de internetsite van de NVV, alsmede door een persverklaring van die strekking af te geven in alle relevante media.
C. Een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom aan EVO van
ƒ 500.000,00 voor elk uur dat gedaagden na betekening van dit vonnis in gebreke blijven aan de onder B genoemde veroordeling te voldoen en een dwangsom van
ƒ 1.000.000,00 voor het geval de onder A genoemde acties plaatsvinden.
Met hoofdelijke veroordeling van NVV en Brok in de kosten van dit geding.
3.3. NVV en Brok voeren gemotiveerd verweer hetgeen hierna, voor zover relevant, aan de orde zal komen.
3.4. Allereerst zijn de vorderingen jegens de NVV aan de orde. De NVV heeft aangevoerd dat zij volledig buiten de aangekondigde acties staat, daartoe niet heeft opgeroepen en daarover slechts vernomen heeft via de pers. Naar het oordeel van de president heeft EVO onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de NVV opgeroepen heeft tot de aangekondigde acties dan wel op andere wijze daarin een actieve rol speelt. De omstandigheid dat individuele leden van de NVV deelnemen aan de acties is onvoldoende om aan te nemen dat de NVV actief betrokken is bij de acties. De overgelegde persberichten bevestigen veeleer het beeld dat de acties worden georganiseerd door individuele of regionaal georganiseerde varkenshouders. De stelling van EVO dat de NVV, door niet te reageren op de brieven van 17 en 23 april 2001, de acties van de NVV-leden tot de hare heeft gemaakt, gaat te ver. Het enkele feit dat de NVV niet heeft geantwoord op deze brieven kan er niet toe leiden dat de NVV als initiatiefnemer van of actief betrokkene bij de acties moet worden beschouwd. De NVV heeft voorts gemotiveerd weersproken dat haar voorzitter gezegd zou hebben de acties te “steunen”. De voorzitter heeft slechts gemeld de acties te “begrijpen” gelet op de situatie waarin de varkenshouders momenteel verkeren, aldus de NVV. EVO heeft haar stelling terzake niet nader onderbouwd, zodat deze als onvoldoende gemotiveerd moet worden verworpen. Nu niet aannemelijk is geworden dat de NVV heeft opgeroepen tot acties of daarbij actief is betrokken, is niet gebleken van enig onrechtmatig handelen van NVV ten opzichte van EVO. Vorenstaande leidt ertoe dat de vorderingen jegens de NVV moeten worden afgewezen.
3.5. Ten aanzien van de vorderingen jegens Brok wordt het volgende overwogen.
Vaststaat dat Brok actief betrokken was bij de wegblokkades die vorige week in Twente hebben plaatsgevonden. Hij heeft immers erkend “faciliterend” te zijn opgetreden bij die acties in die zin dat hij de acties in goede banen heeft geleid en eventuele problemen heeft geprobeerd te voorkómen. Brok heeft voorts gesteld dat varkenshouders morgenochtend op 6 plaatsen in Twente zullen verzamelen en dan zullen beslissen óf er acties plaatsvinden, zo ja op welke locaties en op welke wijze. Áls er op 27 april 2001 acties plaatsvinden, zal hij wederom zijn “faciliterende” rol vervullen, aldus Brok. Naar het oordeel van de president heeft Brok met zijn handelwijze de verdenking op zich geladen dat hij in ieder geval één van de initiators van de acties is en is geweest. Hij vervult immers niet alleen een faciliterende rol, maar onderhoudt ook de contacten met de pers: hij wordt veelvuldig (al dan niet correct) geciteerd in de persberichten. Daarnaast is zijn functie als voorzitter van de NVV in de regio Twente ook een indicatie voor een leidinggevende rol van Brok bij de acties van de varkenshouders in die regio. Niet gebleken is echter dat Brok die rol ook vervult of heeft vervuld buiten de regio Twente. Samenvattend is voldoende aannemelijk geworden dat Brok één van de initiatiefnemers is van de aangekondigde acties in de regio Twente althans actief bij de organisatie daarvan is betrokken.
3.6. De voorgenomen acties in Twente moeten als onrechtmatig jegens EVO worden beoordeeld. De acties zullen waarschijnlijk bestaan uit blokkades van openbare wegen en andere verkeersbelemmerende maatregelen zoals het stapvoets rijden op wegen. Dergelijke blokkades zijn maatschappelijk ontwrichtend en kunnen grote schade tot gevolg hebben voor verkeersdeelnemers en zijn reeds om die reden onrechtmatig te noemen. Voorts is onduidelijk waar, wanneer en in welke vorm de acties zullen plaatsvinden, zodat betrokkenen niet in staat worden gesteld om de blokkades te vermijden of anderszins voorbereidingsmaatregelen te treffen. De stelling van Brok dat de blokkades mogelijk een beperkte tijdsduur hebben, dat hulpdiensten worden doorgelaten en geen verzet zal worden gepleegd tegen politie bij ontruiming doet hieraan niet af, temeer daar deze zaken gelet op het individuele en “impulsieve” karakter van de acties niet zijn te voorspellen laat staan te garanderen. Ook het belang van de varkenshouders om door middel van de acties de publiciteit te zoeken, rechtvaardigt de voorgenomen acties niet. Er zijn immers tal van andere mogelijkheden om actie te voeren en de publieke aandacht te trekken, zonder dat zoveel mensen - die in feite niet betrokken zijn bij het geschil tussen de varkenshouders en de minister van Landbouw - daarvan de dupe worden.
3.7. EVO heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen jegens Brok. Blijkens haar statuten behartigt zij de belangen van verladers, ontvangers en eigen vervoerders. Haar leden zullen dan ook direct getroffen worden door blokkades en andere verkeersbelemmerende maatregelen. Aannemelijk is dat zij schade zullen leiden tengevolge van de acties doordat onder meer leveringen niet tijdig kunnen aankomen en lading kan bederven.
3.8. Gelet op het bovenstaande zijn de vorderingen van EVO jegens Brok in beginsel toewijsbaar. Het argument van Brok dat hij de gevorderde veroordelingen niet kan uitvoeren, aangezien er geen sprake is van een voldoende mate van organisatie en hij dus de actievoerders niet zal weten te bereiken, wordt niet gevolgd. Er zijn immers reeds vorige week acties georganiseerd en uitgevoerd. Voorts heeft Brok meegedeeld dat varkenshouders morgenochtend op 6 plaatsen zullen samenkomen, hetgeen ook duidt op een belangrijke mate van organisatie. Dit wordt bevestigd door een persbericht van 25 april 2001 waarin Brok - op correcte wijze, aldus zijn raadsman - wordt geciteerd: “We hebben woensdagavond een actievergadering gehouden.” Tenslotte is Brok voorzitter van de NVV in de regio Twente, zodat hij voldoende op de hoogte moet worden geacht van de deelnemende actievoerders en hij betrokkenen zal weten te bereiken en derhalve de veroordelingen zal kunnen uitvoeren.
3.9. Er bestaat echter aanleiding de vorderingen gewijzigd toe te wijzen. De vordering onder A zal als vermeld in de dagvaarding worden toegewezen. Zoals hiervoor overwogen, is aannemelijk is dat Brok slechts initiator van de acties in de regio Twente is. Deze veroordeling moet dan ook zodanig worden uitgelegd dat Brok zich dient in te spannen om de aangekondigde acties door de varkenshouders uit de regio Twente geen doorgang te laten vinden, waar deze ook zullen plaatsvinden. De vordering onder B wordt toegewezen, met dien verstande dat Brok veroordeeld wordt om binnen 6 uur na betekening van het vonnis aan de leden van de NVV van de regio Twente bekend te maken dat hij bij dit vonnis is veroordeeld om op te roepen de aangekondigde acties niet uit te voeren. Tevens moet hij binnen deze termijn een persverklaring van die strekking afgeven aan het ANP. De gevorderde dwangsommen worden gematigd tot twee eenmalige dwangsommen van ƒ 50.000,00 voor overtreding van elk van die veroordelingen. De vordering tot het verbeurd zijn van een dwangsom indien de acties alsnog zullen plaatsvinden, is daarmee afgewezen.
3.10. Als de in het ongelijk gestelde partij zal Brok in de kosten van dit kort geding aan de zijde van EVO worden verwezen. Als de jegens NVV in het ongelijk gestelde partij zal EVO in de kosten van dit kort geding aan de zijde van NVV worden verwezen.
De beslissing
De president
1. veroordeelt Brok om:
a. met alle hem daartoe ten dienste staande middelen te bewerkstelligen dat de aangekondigde acties, waaronder wegblokkades en andere verkeersbelemmerende acties zoals het stapvoets rijden met tractoren en andere voertuigen op de openbare weg, geen doorgang zullen vinden en overigens ook geen andere verkeersbelemmerende acties zullen plaatsvinden,
b. binnen 6 uur na betekening van dit vonnis aan de leden van de NVV van de regio Twente bekend te maken dat hij bij vonnis van de president van de arrondissementsrechtbank te Arnhem van 26 april 2001 veroordeeld is om op te roepen de aangekondigde acties niet uit te voeren, alsmede een persverklaring van die strekking af te geven aan het ANP,
2. veroordeelt Brok om ingeval hij (na betekening van dit vonnis) in gebreke mocht blijven aan de veroordeling onder 1a te voldoen, aan EVO een dwangsom te betalen van
ƒ 50.000,00 (vijftig duizend gulden),
3. veroordeelt Brok om ingeval hij (na betekening van dit vonnis) in gebreke mocht blijven aan de veroordeling onder 1b te voldoen, aan EVO een dwangsom te betalen van
ƒ 50.000,00 (vijftig duizend gulden),
4. veroordeelt Brok in de kosten van deze procedure aan de zijde van EVO, tot aan deze uitspraak bepaald op ƒ 1.550,00 voor salaris, op ƒ 400,00 voor griffierecht en ƒ 118,76 voor explootkosten,
5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad op alle dagen en uren en op de minuut,
6. wijst de jegens NVV gevorderde voorzieningen af,
7. veroordeelt EVO in de kosten van deze procedure aan de zijde van NVV, tot aan deze uitspraak bepaald op ƒ 1.550,00 voor salaris en op ƒ 400,00 voor griffierecht,
8. weigert het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.J. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2001 in tegenwoordigheid van de griffier mr. H.A. Brouwer, terwijl de overwegingen waarop de beslissing stoelt afzonderlijk zijn geminuteerd op 27 april 2001.