Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AB1307

Datum uitspraak2001-04-19
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers17/075382-00
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Beslissing van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden d.d. 19 april 2001 in de zaak met parketnummer 17/075382-00 tegen de Togolese asielzoeker die verdacht wordt van moord op een mede-asielzoeker, gepleegd op 24 juli 2000 te Damwoude. De voorzitter deelt de beslissing van de rechtbank mee omtrent het toepasselijke procesrecht. De rechtbank komt op basis van de door de getuige-deskundige [naam getuige-deskundige] en de deskundige [naam deskundige 1] ter terechtzitting van 25 januari 2001 afgelegde verklaringen, alsmede op basis van de zich bij de stukken bevindende brieven van [naam getuige-deskundige], tot de conclusie dat verdachte ten tijde van het plegen van het feit de leeftijd van 18 jaren reeds had bereikt. De conclusie van [naam getuige-deskundige], die de leeftijd van verdachte heeft onderzocht, strekt ertoe dat de kans dat verdachte jonger is dan 18 jaar verwaarloosbaar klein is. [naam deskundige 2] heeft bij die conclusie als kanttekening geplaatst dat niet wetenschappelijk is aangetoond dat de onderzoekmethodes waarop [naam getuige-deskundige] zijn conclusie baseert toepasbaar zijn voor het ras waartoe verdachte behoort. Dat is voor de rechtbank geen aanleiding de conclusie van [naam getuige-deskundige] niet over te nemen. [naam getuige-deskundige] en [naam deskundige 1] hebben op basis van hun deskundigheid beargumenteerd dat deze aan algemeen onderzoek ontleende conclusie ook valide is voor deze verdachte, terwijl ook in de stellingname van [naam deskundige 2] niet te lezen valt dat op basis van wetenschappelijk onderzoek geconcludeerd zou moeten worden dat de door [naam getuige-deskundige] gehanteerde onderzoeksmethodes voor het ras waartoe verdachte behoort niet adequaat zou zijn. De rechtbank zal dan ook in het verdere verloop van deze procedure de algemene bepalingen van het Wetboek van Strafvordering toepassen. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat deze beslissing geen invloed heeft op de beoordeling van de rechtsgeldigheid van de dagvaarding of oproepingen van verdachte, noch op de rechtsgeldigheid van de reeds gehouden terechtzittingen, noch op de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie nu het er op basis van de toen bekende gegevens voor gehouden moest worden dat verdachte als minderjarige diende te worden gezien. Een en ander laat onverlet de mogelijkheid om in deze zaak alsnog jeugdsanctierecht toe te passen.