Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AB1156

Datum uitspraak2001-04-13
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers99/00482
Statusgepubliceerd


Uitspraak

BELASTINGKAMER Nr. 99/00482 HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN U I T S P R A A K Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, tweede meervoudige Belastingkamer, op het beroep van X, wonende te Z, tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid ondernemingen te Emmen van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen haar aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1997. 1. De mondelinge behandeling De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 1 maart 2001, gehouden te Leeuwarden. Daar zijn toen verschenen en gehoord de heer A als gemachtigde van belanghebbende, alsmede namens de Inspecteur mr. B. 2. De gronden De Inspecteur heeft bij het regelen van de aanslag een correctie toegepast ter zake van autokosten van 58.790 (km) x ƒ 0,60 ofwel ƒ 35.274,--. Partijen zijn met betrekking tot het jaar 1997 ter zitting tot overeenstemming gekomen in deze zin, dat alsnog tot de autokosten kan worden gerekend 58.790 (km) x ƒ 0,49 ofwel ƒ 28.807,--, waardoor het belastbare inkomen nader moet worden vastgesteld op ƒ 16.660,--. 3. De proceskosten Het Hof acht termen aanwezig de Inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van haar beroep bij het Hof redelijkerwijs heeft moeten maken. Het Hof stelt deze kosten vast op ƒ 75,-- voor reiskosten en ƒ 150,-- voor verletkosten. 4. Beslissing Het Hof vernietigt de bestreden uitspraak, vermindert de aanslag tot een naar een belastbaar inkomen van ƒ 16.660,--, gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende vergoedt het door haar gestorte griffierecht ten bedrage van ƒ 85,--, veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van ƒ 225,-- en wijst de Staat der Nederlanden aan als de rechtspersoon die de kosten moet vergoeden. Aldus vastgesteld op 13 april 2001 door mr. F.J.W. Drion, voorzitter, mr. J. Huiskes en mr. H.H.A. Fransen, in tegenwoordigheid van mw. mr. M. Hiemstra, griffier, en op die dag in het openbaar uitgesproken. Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op 18 april 2001