Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AB0975

Datum uitspraak2001-04-06
RechtsgebiedBelasting
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers809/00
Statusgepubliceerd


Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK Nr. 809/00 6 april 2001 Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, eerste enkelvoudige belastingkamer, op het verzet namens X, tegen de beschikking van de voorzitter van de belastingkamer van 19 januari 2001. De voorzitter heeft bij voormelde beschikking uitspraak gedaan op het door belanghebbende ingestelde beroep tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid ondernemingen van de belastingdienst te Emmen (: de inspecteur), gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 1997. Ingevolge de artikelen 6:6 en 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan een beroep niet-ontvankelijk worden verklaard indien niet voldaan is aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het beroep, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn. Belanghebbende heeft op 12 november 2000 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur ter zake van de aan hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over 1997. De voorzitter heeft bij brief van 14 november 2000 de gemachtigde van belanghebbende gewezen op bepaalde verzuimen en hem uitgenodigd deze verzuimen voor 12 december 2000 te herstellen. Vervolgens heeft de griffier bij schrijven van 18 december 2000 ambtshalve deze termijn verlengd tot op 1 januari 2001. De verzuimen, waartoe de griffier de gemachtigde heeft uitgenodigd te herstellen, zijn de volgende: - het vermelden van de gronden van het beroep; - het overleggen van een kopie van het bestreden be- sluit; - het overleggen van een recente, op naam van de ge- machtigde gestelde volmacht. De griffier heeft aan de gemachtigde ook aangegeven dat het hof het op prijs stelt dat in het beroep een conclusie wordt genomen ten aanzien van het bedrag waarnaar hij de aanslag wenst te zien worden verlaagd. Omdat van de gemachtigde van belanghebbende op de brieven van 14 november en 18 december 2000 pas op 9 januari 2001 bericht is ontvangen, is belanghebbende door de voorzitter in voornoemde beschikking niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. Tegen deze beschikking is de gemachtigde tijdig in verzet gekomen door middel van een verzetschrift dat bij het gerechtshof te Leeuwarden is ingekomen op 15 februari 2001. De gemachtigde heeft niet verzocht om over het verzet te worden gehoord terwijl het hof geen aanleiding heeft gevonden hem uit eigen beweging te horen. De gemachtigde van belanghebbende stelt in zijn verzetschrift dat zijn verzoek om uitstel van 9 januari 2001 te laat bij het hof was ingediend, hetgeen te wijten was aan een echtscheidingsprocedure waarin hij verwikkeld is. Hij ging er van uit dat dit verzoek om uitstel door het hof gehonoreerd zou worden, ook vanwege het feit dat een minnelijke schikking tussen belanghebbende en de inspecteur binnen bereik ligt. Op grond van de door belanghebbende nader aangevoerde omstandigheden is het hof van oordeel, dat belanghebbende alsnog in zijn beroep kan worden ontvangen voor het geval de gemachtigde vóór 1 mei 2001 het ingediende beroep nader zal aanvullen zoals aangegeven in de brief van 14 november 2000. Het hof verklaart het verzet gegrond en zal de gemachtigde van belanghebbende in de gelegenheid stellen zijn beroep alsnog voor 1 mei 2001 nader aan te vullen. Gedaan op 6 april 2001 door prof. mr. Aardema, vice-president, lid van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van Lorist als griffier en ondertekend door voornoemde raadsheer en door voornoemde griffier. Uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 april 2001 te Leeuwarden door mr. Drion, raadsheer. Op 11 april 2001 afschrift aangetekend verzonden aan beide partijen. De griffier van het Gerechtshof te Leeuwarden.