Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AB0785

Datum uitspraak2001-03-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers17/085362
Statusgepubliceerd


Uitspraak

Arrondissementsrechtbank Leeuwarden Sector strafrecht VERKORT VONNIS Uitspraak: 29 maart 2001 Parketnummer: 17/085362-00 Ter berechting gevoegd parketnummer 17/085610-00. VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte: [naam verdachte], geboren op 1948 te [geboortegemeente], wonende te [adres en woonplaats]. De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 15 maart 2001. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. O.A. van Oorschot, advocaat te Leeuwarden . TELASTELEGGING Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen. In de telastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in haar belangen geschaad. BEWEZENVERKLARING De rechtbank acht het onder 1. en 2. telastegelegde bewezen, met dien verstande dat: 1. zij in de periode van 1 januari 1995 tot en met 1 juli 1998 te Hempens, opzettelijk een geldbedrag, toebehorende aan de Stichting Dorpsakkommodatie Hempens-Teerns ("de Bining"), welke hoeveelheid geld verdachte anders dan door misdrijf, te weten als penningmeester van voornoemde stichting, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; 2. zij in de periode van 1 januari 1995 tot en met 1 juli 1998, in de gemeente Leeuwarden, opzettelijk een grote hoeveeheid winkelgoederen, ondermeer bestaande uit heren- en damesslips en/of diverse levensmiddelen en/of Hollandse wilde havanna's en/of hondenvoer en/of een parasol met voet en/of kattenvoer en/of konijenvoer en/of een hoeveelheid sterke drank en/of een broodrooster en/of een cartridge voor printer en/of een primax colorado flatbedscanner, toebehorende aan de Stichting Dorpsakkommodatie Hempens-Teerns ("de Bining"), welke goederen verdachte anders dan door misdrijf, namelijk welke goederen verdachte bij groothandel Lucas Klamer had gekocht met de zogenaamde inkopenpas die op naam stond van deze stichting en waarover zij, verdachte als penningmeester de beschikking had, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend. De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. KWALIFICATIE Het bewezene levert op de misdrijven: 1. Verduistering. 2. Verduistering. STRAFBAARHEID VERDACHTE De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken. STRAFMOTIVERING De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking: - de aard en de ernst van de gepleegde feiten; - de omstandigheden waaronder deze zijn begaan; - de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit het algemeen documentatieregister en het voorlichtingsrapport; - de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telastegelegde tot 12 maanden gevangenisstraf waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank houdt bij de beoordeling géén rekening met het ad informandum gevoegde feit met parketnummer 17/085611-00 nu verdachte dit feit ter terechtzitting niet erkend heeft. Verdachte heeft in haar functie van penningmeester van de Stichting Dorpsakkomodatie Hempens-Teerns op verschillende manieren grote sommen geld verduisterd. Ze heeft daarbij niet alleen op grove wijze het vertrouwen geschaad van het bestuur van de Stichting, maar dat van de gehele kleine gemeenschap van Hempens-Teerns. Dat is een bijzonder ernstig feit en verdachte heeft dat ook al aan den lijve ondervonden, doordat zij min of meer door de gemeenschap Hempens-Teerns is uitgestoten. Een strafoplegging in een zaak als deze heeft een aantal functies. Ten eerste de vergelding, het boeten voor het aangedane leed, ten tweede preventie, het voorkomen dat verdachte zich in de toekomst weer aan een dergelijk feit schuldig zal maken en ten derde "reparatie", het door middel van de oplegging van een straf herstellen van het aangedane leed, zodat zowel verdachte als de gemeenschap ieder voor zich, maar ook naar elkaar toe, met een schone lei kunnen beginnen en niet blijven omzien in wrok. In dat licht is de rechtbank van oordeel dat in deze een straf opgelegd zou dienen te worden van 12 maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Deze straf maakt het mogelijk in te gaan op het aanbod van verdachte een werkstraf te willen verrichten. De rechtbank zal ook ingaan op dat aanbod, omdat verdachte door een dergelijke straf iets aan de gemeenschap terug kan doen. De overblijvende voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden is bedoeld als stok achter de deur. BENADEELDE PARTIJ Stichting Dorpsakkomodatie Hempens-Teerns heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van de aan verdachte onder 1. en onder 2. telastegelegde en bewezenverklaarde feiten alsmede de gronden waarop deze berust. De rechtbank is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de benadeelde schade heeft geleden ten gevolge van het onder 1. alsmede ten gevolge van het onder 2. bewezenverklaarde feit en dat deze schade aan verdachte als een gevolg van haar handelen kan worden toegerekend. Hoeveel schade er in totaal tengevolge van feit 1. is geleden, is niet eenvoudig te bepalen maar de rechtbank acht het redelijk en billijk een bedrag van ƒ 25.000,00 bij wijze van voorschot toe te kennen nu uit de stukken blijkt dat in ieder geval een dergelijk bedrag aan schade is geleden. De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien van het meer gevorderde niet ontvankelijk verklaren nu zij deze vordering voor het overige niet van eenvoudige aard acht. Hoeveel schade er tengevolge van feit 2. in totaal is geleden, is evenmin eenvoudig te bepalen maar de rechtbank acht het redelijk en billijk een bedrag van ƒ 5.000,00 bij wijze van voorschot toe te kennen nu uit de stukken blijkt dat in ieder geval een dergelijk bedrag aan schade is geleden. De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien van het meer gevorderde niet ontvankelijk verklaren nu zij deze vordering voor het overige niet van eenvoudige aard acht. De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor de toegewezen bedragen aangewezen. TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a (oud), 14b, 14c, 22b (oud), 36f, 57 en 321 van het Wetboek van Strafrecht. DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT RECHTDOENDE: Verklaart het onder 1. en 2. telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar. Veroordeelt verdachte te dier zake tot: Het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte voor de duur van 240 uren, in de plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden. Stelt de termijn binnen welke de arbeid, nadat dit vonnis onherroepelijk is geworden, moet aanvangen op 4 maanden. Stelt de termijn binnen welke de arbeid na aanvang dient te worden verricht op 12 maanden. Bepaalt de aard van de te verrichten werkzaamheden op onderhoud, huishoudelijk, administratief of soortgelijk aan deze, dan wel op een combinatie daarvan. Beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde verrichting van onbetaalde arbeid geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren arbeid per dag inverzekeringstelling/voorlopige hechtenis. Een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden. Bepaalt, dat deze gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij. Wijst een deel van de op feit 1. betrekking hebbende vordering van de benadeelde partij Stichting Dorpsakkomodatie Hempens-Teerns, statutair gevestigd op het adres [adres], toe bij wijze van voorschot en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van ƒ 25.000,00 (zegge: vijfentwintig duizend gulden), met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil. Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van deze vordering niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Stichting Dorpsakkomodatie Hempens-Teerns, te betalen een som geld ten bedrage van ƒ 25.000,00 (zegge: vijfentwintig duizend gulden), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 120 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ƒ 25.000,00 ten behoeve van het slachtoffer Stichting Dorpsakkomodatie Hempens-Teerns, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag komt te vervallen. Wijst een deel van de op feit 2. betrekking hebbende vordering van de benadeelde partij Stichting Dorpsakkomodatie Hempens-Teerns, statutair gevestigd op het adres [adres], toe bij wijze van voorschot en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van ƒ 5.000,00 (zegge: vijf duizend gulden), met veroordeling tevens van verdachte in de kosten door de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil. Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van deze vordering niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Stichting Dorpsakkomodatie Hempens-Teerns, te betalen een som geld ten bedrage van ƒ 5.000,00 (zegge: vijf duizend gulden), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 50 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van ƒ 5.000,00 ten behoeve van het slachtoffer Stichting Dorpsakkomodatie Hempens-Teerns, daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag komt te vervallen. Dit vonnis is gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. L.A.D. Lindenbergh en mr. M.R. Gans, rechters, bijgestaan door T.L. Komrij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 maart 2001. Mrs. Lindenbergh en Gans zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.